AMSTERDAM - Op twee uitstapjes naar Zoetermeer na speelt Rocco van Hoorn sinds zijn prille jeugd bij de Amsterdam Tigers in Watergraafsmeer, de buurt waar hij opgroeide. Sinds kort woont hij in Amsterdam-West, zijn hart ligt nog in het oosten van de stad. ‘Als je ruim vijfentwintig jaar bij dezelfde club speelt en daar vlakbij bent opgegroeid, blijft dat een deel van je leven.’


Begin dit seizoen wist Van Hoorn nog niet of hij opnieuw zou uitkomen in het eredivisieteam van de Tigers. Zijn trouwe teamgenoten haalden hem over er nog een jaar aan vast te plakken. ‘Ik ben net 30 geworden. In de sport ben je dan al wat ouder. Mijn werk in de bestrating wordt moeilijker te combineren met ijshockey. Vroeger was ik zzp’er, nu hebben mijn broer en ik een bedrijf waar we veel tijd in steken. Komende maanden is er veel werk en draaien ook de Tigers volop.’ De vertrouwdheid met de sport en de regelmaat die het geeft, trokken hem over de streep toch weer in te stappen. ‘Door het wegvallen van de trainingen vond ik die vrije avonden eerst wel best, later miste ik toch iets.’

Zondag 3 november keert Rocco in de wedstrijd tegen de Tilburg Trappers terug op het ijs. ‘Ik heb er zin in, het is een mooi begin om mijn drive weer te vinden.’ De forward speelt met oude bekenden en maakt kennis met nieuwe krachten. ‘We zoeken onze weg nog, moeten elkaar vinden en daar het beste uit halen. We hebben jonge, heel gedreven spelers. Het is logisch dat hun ambities verschillen van de oudere, zeer ervaren teamgenoten die naast ijshockey een zware baan of gezin hebben en meedoen omdat ze het leuk vinden. Iemand van begin 20 is fitter dan een speler van mijn leeftijd. Dat was goed te zien in de wedstrijd tegen het BeNe-Leagueteam van Heerenveen.’

Van Hoorn verwacht dat de positie van de Tigers in de eredivisie gaat stijgen. Voor de tweede keer op rij de titel binnenhalen is een reële optie. ‘Het is fantastisch dat we eindelijk kampioen zijn. We waren steeds zo dichtbij dat het niet kon uitblijven. Dit jaar spelen we in een sterkere competitie. Utrecht en Eindhoven hebben goede teams. Leeuwarden en Nijmegen, die vorig jaar de titel net niet haalden, zijn er erg op gebrand dat dit seizoen recht te zetten. Toch zijn we zelf de grootste hobbel. In de wedstrijd die we begin oktober van de Kemphanen verloren, hadden we nog te weinig wilskracht. Als iedereen ervoor gaat, kunnen we met hard werken als eerste eindigen.

Tijdens het spel heeft publiekslieveling Van Hoorn graag interactie met de supporters. ‘Hun steun betekent veel voor me. Zonder fans geen teams en zonder publiek geen wedstrijd.’ In de race om het kampioenschap hebben Van Hoorn en de supporters tot volgend voorjaar alle gelegenheid elkaar aan te moedigen. Eerste gelegenheid daarvoor is op 9 november in de Jaap Edenhal als de Tigers het opnemen tegen de Zoetermeer Panters.