AMSTERDAM - Vijf jaar geleden stapte forward Nijs Hille (22) aan boord van het eredivisieteam. Tegelijktijdig speelde hij in het toenmalige U19-team dat voorjaar 2020 kampioen werd. Ook met het eredivisieteam kwam hij ver, tot door de uitbraak van het coronavirus de competitie werd stilgelegd en Amsterdam het kampioenschap misliep.


Hille groeide op met ijshockey. Vader Henk speelde vroeger ook. In 1980 nam hij samen met Ron Berteling deel aan de Olympische Winterspelen van 1980 in Lake Placid. Hij liet Nijs op jonge leeftijd al schaatsen en maakte hem spelenderwijs bekend met ijshockey.

Van najaar 2021 tot voorjaar 2022 speelde Hille in Zweden, waar hij uitkwam voor Helsingsborgs HC. Het seizoen daarop keerde hij terug naar zijn geboortestad Amsterdam en zijn oude team.

Voor Nijs is de sport een serieuze hobby. ‘In Nederland kun je niet van ijshockey leven, dus moet ik ook verder kijken en misschien op een moment een afweging maken.’ Vroeger dacht hij eraan een opleiding bij defensie te volgen. ‘Deel uitmaken van een special force lijkt mij interessant.’ Op dit moment zet Nijs zich vol in als strijdkracht van de Amsterdamse Tigerforce, die na een aarzelende start in de lift zit en nu op het kampioenschap jaagt.

Ondanks zijn volle agenda heeft Nijs genoeg ruimte voor een sociaal leven. ‘Na een wedstrijd doen we vaak iets leuks met het team of ga ik uit. Mijn vrienden en ik houden van een feestje en we voetballen graag. Ik ben geen gamer. Ik ben vooral dol op sport. Als ik ooit stop met ijshockey ga ik waarschijnlijk voetballen of veldhockeyen.’