AMSTERDAM - Vervoersbedrijf GVB mag van het gerechtshof een trambestuurder ontslaan die tijdens een dienstrit op zijn telefoon keek. Eerder oordeelde de rechter dat de man in dienst moest blijven.


In de zomer van 2023 zien rechercheurs in dienst van het GVB dat de bestuurder op het traject Diemen-Sloterdijk meerdere malen op een telefoon kijkt die tussen zijn benen ligt. Bij het eindpunt spreken ze hem hier op aan. De man, die al 13 jaar in dienst was, geeft het gebeurde toe en is ervan op de hoogte dit streng verboden is bij het GVB. Hij ontkent met klem tijdens het rijden berichten te hebben gelezen en keek alleen naar het scherm om na te gaan of hij nieuwe meldingen kreeg. Dit deed hij uit zorg over de hoge bloeddruk van zijn vrouw die zes weken geleden van hun baby beviel. Het is niet bewezen dat de man berichten stuurde.

Door het grote gevaar dat telefoneren of op het scherm kijken kan opleveren, is dit streng verboden bij het GVB. Bij overtreding van dit verbod volgt direct ontslag. De bestuurder stapt naar de rechter en krijgt aanvankelijk gelijk. Volgens het reglement van het GVB kan telefoongebruik tijdens een dienstrit leiden tot ontslag, in het ontslaggesprek is gezegd dat dit altijd aanleiding is het dienstverband onmiddellijk te beëindigen. De trambestuurder is daarom nooit gewaarschuwd en de wet bepaalt dat een werknemer alleen op staande voet kan worden ontslagen als die na waarschuwingen nog steeds anderen in gevaar brengt.

Afgelopen lente keert de man terug op zijn werk. Het GVB neemt vervolgstappen. Ook het Amsterdamse gerechtshof stelt dat het GVB de man niet op staande voet had mogen ontslaan.

Wel heeft de bestuurder zich zo ernstig misdragen dat het GVB gerechtvaardigd is de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Behalve dat de man hiermee zijn baan verliest, heeft hij door de uitspraak van het hof geen recht op een transitievergoeding. Onbekend is of de bestuurder in cassatie gaat.