AMSTERDAM - Afgelopen vrijdag presenteerde woningcorporatie Stadgenoot, ten overstaan van haar belangrijkste sociaal-maatschappelijke partners in theater De Meervaart, haar nieuwe strategische koers. De koers – getiteld: 'Stadgenoot: altijd in de buurt' – is een direct antwoord op diverse sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen. De komende jaren gaat er bij Stadgenoot meer aandacht uit naar de kwaliteit van bestaande woningen én gaat de corporatie aan de slag met 'buurtmaken': het tegelijk werken aan verschillende fysieke en sociale ambities. Daarbij blijft het toevoegen van nieuwe sociale huurwoningen een belangrijk aandachtspunt.
Anne Wilbers, bestuursvoorzitter Stadgenoot, licht toe: "De samenleving staat onder grote druk. Onzekerheid en kansenongelijkheid nemen toe. Het gevoel van collectiviteit – en daarmee de veerkracht van een wijk of buurt – verdwijnt. De wooncrisis duurt voort en woonlasten stijgen. De sterkere sturing vanuit de rijksoverheid brengt kansen, maar ook strengere eisen met zich mee, bijvoorbeeld op het gebied van verduurzaming. Allemaal ontwikkelingen die ons en onze huurders raken. Deze nieuwe koers dwingt ons te focussen, scherpe doelen te stellen en expliciet aandacht te hebben voor belangrijke onderwerpen."
Investeren in betaalbare, duurzame, goede woningen
De komende jaren investeert Stadgenoot extra in woningkwaliteit en versnelt op verduurzaming. De investeringen in vastgoedverbetering lopen de komende jaren op van € 40 naar € 65 miljoen euro per jaar. Veel van dat geld gaat naar de aanpak van EFG-labels, conform de landelijke afspraak deze uiterlijk in 2028 uit te faseren. Ook gaat er de komende jaren jaarlijks € 5 miljoen extra naar onderhoud.
Daarnaast ziet de Amsterdamse corporatie genoeg kansen voor 'verdichtende nieuwbouw': het toevoegen van woningen via herstructurering van bestaande gebieden. Door die zienswijze en aanpak, die afwijkt van de andere grote corporaties, voorziet Stadgenoot de komende jaren geen tekort aan bouwlocaties.
Volgens de laatste cijfers voegt Stadgenoot de komende jaren jaarlijks minimaal 400 sociale huurwoningen aan de woningvoorraad toe. Ook zal de corporatie blijven zoeken naar creatieve, passende, nieuwe woonoplossingen – voortbouwend op eerdere ervaringen met geclusterd en gemengd wonen.
Buurtmaken
Grote gebiedsontwikkelingen (herstructurering van buurten) moeten als vliegwiel gaan fungeren om tegelijk aan verschillende fysieke en sociale ambities te werken. Zo is Stadgenoot tot en met 2027 samen met de gemeente Amsterdam bezig met het vernieuwen van de Rousseaubuurt. Het uitgangspunt blijft dat bij sloop minimaal hetzelfde aantal sociale huurwoningen wordt teruggebouwd en waar mogelijk meer (verdichten). Ook wordt hierbij altijd gekeken naar kwaliteitsverbetering, passend huisvesten, verduurzaming, het toevoegen van verschillende woningtypes (of andere woonvormen) en community building.
Anne Wilbers vervolgt: "Wij voelen een grote verantwoordelijkheid om een bijdrage te leveren aan goed wonen in veerkrachtige buurten. De sociale opgave in de wijken is niet te onderschatten. De komende jaren willen we onze huurders – die wij beschouwen als onze belangrijkste partners – actiever betrekken bij de ontwikkeling van hun buurt, en goede bewonersinitiatieven vaker ondersteunen en faciliteren. Ook zullen we blijven zoeken naar nieuwe ingangen om ook bewoners die nu nog niet worden bereikt, te bereiken. Verder zetten we stevig in op een intensieve samenwerking met professionals, vrijwilligers én bewonersorganisaties in de wijken."
Optimalisering van klantprocessen
Tot slot moet er de komende jaren meer tijd en aandacht komen voor persoonlijk contact met huurders en samenwerkingspartners. Huurders moeten zich gezien en gehoord voelen en op de juiste manier geholpen worden. Daarvoor is naast persoonlijke inzet verdere optimalisering van de klantprocessen noodzakelijk. Anne Wilbers besluit: "Wij willen van betekenis zijn, voor onze huurders en voor de stad Amsterdam. Echter, voor het waarmaken van onze ambities is investeringscapaciteit nu en in toekomst een randvoorwaarde. Door de landelijke prestatieafspraken en de eis extra in te zetten op betaalbaarheid, blijft dit een uitdaging. Ook de komende jaren zullen wij keuzes moeten blijven maken, want ook wij kunnen een euro maar één keer uitgeven."