AMSTERDAM - Mantelpakjes van vermaakte herenkostuums, truitjes van hondenhaar en trouwjurken van parachutestof. Met creativiteit, hergebruik en improvisatie proberen de Nederlandse vrouwen er tijdens de bezetting mooi uit te blijven zien. Er ontstaat een nieuw modebeeld, zo is vanaf 11 oktober te zien in de tentoonstelling Mode op de bon in Verzetsmuseum Amsterdam.


Direct na de Duitse bezetting in 1940 valt de import weg. Textiel gaat ‘op de bon’, maar ook met bonnen is er al snel vrijwel niets te koop. Tientallen jurken en andere kledingstukken uit de oorlog, damesbladen, foto’s en zelfs films van chique modeshows, laten zien hoe het modebeeld verandert.

“De textielkaart beïnvloedt de mode!” kopte De Telegraaf in oktober 1940. Mantelpakjes worden gemaakt van oude herenkostuums wat het model breder en rechter maakt. Om stof te besparen worden de rokken korter en minder geplooid. Jurken gemaakt van twee verschillende stoffen raken in de mode. Kousen worden zeer schaars, waardoor vrouwen voor het eerst lange broeken gaan dragen. Libelle schijft in 1942 over de lange broeken-trend: “Wij zijn van mening dat deze dracht absoluut ongeschikt is voor winkeluitstapjes in de stad en zeer zeker misplaatst in een restaurant.”

Ook wordt er geïmproviseerd met allerlei materialen. Jurken worden gemaakt van jute en meelzakken, kragen van bont van mollen of muizen, schoenen van hout, autobanden, karton, kurk en stro en truien van hondenhaar. Nieuw is ook het nylon van parachutes, een tot dan toe nog onbekende stof die soepel valt en razend populair wordt voor trouwjurken.

Talloze persoonlijke verhalen verlevendigen de tentoonstelling. Verhalen over het leven dat door gaat, maar ook verhalen over de beroemdste modehuizen als Hirsch en Co en Gerzons, die door Jodenvervolging ten onder gaan. Heel anders is het verhaal van C&A dat geld schenkt aan nationaalsocialistische hulporganisaties en dat uniformen gaat produceren voor de Duitse luchtmacht.

Hergebruik nu

Tegenwoordig is er een overvloed aan kleding beschikbaar. Toch is hergebruik onder modeontwerpers nu ook een trend. Niet omdat er een tekort is, maar vanwege het besef dat we te veel verspillen. In de tentoonstelling zijn ontwerpen te zien van onder anderen Viktor&Rolf, Ronald van der Kemp en Lisa Konno.

Voor de tentoonstelling vroeg het museum jong talent om zich te laten inspireren door de mode uit de Tweede Wereldoorlog. Veertig modestudenten van vier mbo-opleidingen toonden hun ontwerpen op 19 juni van dit jaar tijdens een modeshow in het museum. Alle outfits werden beoordeeld door een vakjury, bestaande uit gerenommeerde modeontwerpers Aziz Bekkoui, Lisa Konno, Yasmina Ajbilou en conservator Karlien Metz. Zij kozen acht ontwerpen die te zien zijn in de tentoonstelling