AMSTERDAM - Milou Toonder heeft het archief van de Toonder Studio’s geschonken aan het Literatuurmuseum en Eye Filmmuseum. Marten Toonders kleindochter vond het van groot belang de collectie van de Toonder Studio’s bijeen te houden en voor toekomstig onderzoek beschikbaar te maken. Het Literatuurmuseum verwerft het archief van Toonder Studio’s, met uitzondering van de materialen die betrekking hebben op de Bommelfilm Als je begrijpt wat ik bedoel; die gaan naar Eye.
Met deze schenking verwerft het Literatuurmuseum ruim 25.000 stripstroken van Toonders hoofdreeksen Panda, Kappie en Koning Hollewijn, zo’n 20.000 originele stripstroken van tientallen andere striptitels die door Toonder Studio’s-medewerkers werden gemaakt; onder wie Thé Tjong Khing. Verder bevat de aanwinst onder meer vele opzetten, schetsen en losse illustraties, reclamemateriaal en correspondentie van Marten Toonder.
Zeer bijzonder zijn de originele stripstroken van vroege strips als Don Sombrero, die teruggaan tot 1939. Het bewaard gebleven archief werpt een licht op de samenwerking tussen Toonder en de Toonder Studio’s, ook nadat de kunstenaar in 1965 naar Ierland was verhuisd. Directeur Aad Meinderts is bijzonder verheugd: ‘De collectie is een prachtige toevoeging op het persoonlijk archief van Toonder, dat we reeds in beheer hebben. Met dit archief erbij kan met recht gesteld worden dat ons museum de schatkamer is van Toonders kunstenaarschap’.
Alles wat te maken heeft met de Bommelfilm Als je begrijpt wat ik bedoel, heeft een onderkomen gevonden in de collectie van Eye. Deze film uit 1983 is de eerste avondvullende tekenfilm van Nederlandse bodem. Het aan de cinematografie gewijde centrum verwerft hiermee onder andere meer dan duizend filmcels, honderden potloodschetsen voor achtergronden, en vele storyboards.