AMSTERDAM - Dit is de laatste week dat de tentoonstelling Mode op de bon te bewonderen is. Pers en publiek reageerden al enthousiast. ‘Ga vooral naar de tentoonstelling Mode op de bon over vindingrijkheid in tijden van schaarste, de opmars van de damespantalon en de troost van mooie jurken (…)’, aldus Cécile Narinx van de Volkskrant.
De tentoonstelling Mode op de bon toont hoe de mode veranderde tijdens de bezetting en hoe creatief werd omgegaan met het gebrek aan textiel. Je kunt van dichtbij jurken bewonderen van jute en meelzakken, een mantelpakje van onderrokken, doopjurkjes en trouwjurken van parachutestof, een jasje van hondenhaar en schoenen met houten zolen. Want wie er tijdens de bezetting modieus uit wilde zien, moest creatief zijn.
Tijdens de Duitse bezetting ontstond namelijk een tekort aan textiel. Daarom ging al in de zomer van 1940 textiel op de bon. Zo veranderde schaarste het modebeeld. Mantelpakjes werden gemaakt van oude herenkostuums. Het model werd daardoor rechter en breder. Om stof te besparen waren de rokken vanaf 1940 korter. Kousen werden schaars, waardoor vrouwen lange broeken gingen dragen. Jurken gemaakt van twee verschillende stoffen raakten in de mode.
Tegenwoordig hebben we juist een overvloed aan kleding. Toch is hergebruik een trend, ook onder modeontwerpers. Nu niet omdat er een tekort is, maar vanwege het besef dat we te veel verspillen. In de tentoonstelling zijn ontwerpen te zien van onder anderen Viktor&Rolf, Ronald van der Kemp en Lisa Konno. Daarnaast maakten jonge ontwerpers van verschillende ROC opleidingen ontwerpen die zijn geïnspireerd op kleding uit de Tweede Wereldoorlog. De beste ontwerpen zijn in de tentoonstelling te zien.