NOORD-HOLLAND - Gemeenten die de bestrijding van de eikenprocessierups niet meer kunnen bolwerken, kunnen het best de hulp inroepen van de brandweer. Dat adviseert het Kenniscentrum Eikenprocessierups van de Wageningen Universiteit. Het centrum wordt overspoeld met telefoontjes van burgemeesters die met de handen in het haar zitten.

De overlast van de rupsen is dit jaar erger dan ooit, onder meer door de warmte van de afgelopen tijd. Ook is op veel locaties bezuinigd op de bestrijding, waardoor oude nesten zijn blijven zitten. Dat leidt het jaar daarna tot een vervijfvoudiging van het aantal rupsen. Verder is er een tekort aan bestrijders.

Volgens een woordvoerster is in Duitsland de inzet van de brandweer al gebruikelijk bij het verdelgen van de eikenprocessierups. Voordeel is dat brandweerlieden beschermende pakken hebben.

Reactie brandweer Nederland
De brandweer in Nederland vindt dit echter geen taak van de brandweer. Het is werk waar andere specialistische organisaties voor zijn die daar kennis van hebben, aldus een woordvoerder. "Wij bestrijden brand, geen rupsen." De brandweer moet paraat blijven voor spoedeisende meldingen voor hulpverlening en brand, zegt de woordvoerder.

"Onze organisatie bestaat bovendien voor driekwart uit vrijwilligers die veelal overdag een baan hebben. Zij hebben toestemming gekregen van hun werkgever om snel weg te kunnen voor spoedeisende hulp in hun gemeenschap, maar niet om dit werk over te nemen." Hij voegt er wel aan toe dat uiteindelijk het lokale bestuur bepaalt welke hulp wanneer nodig is.

Klachten
Elke eikenprocessierups is bezet met 700.000 brandharen, die bij aanraking klachten veroorzaken als jeuk, huiduitslag, irritatie aan de ogen of aan de luchtwegen. De brandharen kunnen verwaaien en terechtkomen op festivalterreinen, zwemplassen en campings.