AMSTERDAM - Een 37-jarige voormalige gemeenteambtenaar die ervan werd verdacht met drie facturen aan de gemeente Amsterdam te hebben gefraudeerd is daarvan vrijgesproken. Datzelfde geldt voor een 38-jarige man die ook verdachte was in deze zaak.


Het is niet bewezen dat de 38-jarige man valse facturen heeft opgemaakt, omdat niet is gebleken dat hij de werkzaamheden die hij (per factuur) in rekening bracht bij de gemeente niet heeft verricht. Het dossier bevat daarvoor onvoldoende bewijs. Dat betekent dat er geen sprake is van valse facturen en dat de 37-jarige vrouw daarmee ook geen gebruik heeft gemaakt van valse facturen.

Geheime campagne

De man stuurde de facturen voor werkzaamheden in het kader van de Grijze Campagne; een campagne van de gemeente Amsterdam om radicalisering te voorkomen. Deze campagne moest geheim blijven en werd aangestuurd door de burgemeester. De 37-jarige vrouw was als programma manager Radicalisering bij de gemeente Amsterdam belast met de uitvoering van de campagne en moest zorgen dat zij de kosten daarvan buiten de boeken hield. Dit plaatste haar in een lastige positie. Mensen die niet op de hoogte waren van de campagne zagen de facturen als onverklaarbare facturen. Er ontstond een vermoeden van oplichting en fraude.

Verdenking bijgesteld

Dit leidde onder meer tot veel negatieve persaandacht en het strafontslag van de vrouw. Later ziet men haar handelen en dat van de 38-jarige man wel in het licht van de Grijze Campagne en wordt veel duidelijk. Het kwaad lijkt dan al geschied. De verdenking wordt bijgesteld naar valsheid in geschrifte van drie facturen. De man zou teveel hebben gefactureerd en de vrouw zou die valse facturen hebben goedgekeurd zodat die zouden worden uitbetaald. Echter blijkt niet dat de man de gefactureerde uren niet daadwerkelijk aan werkzaamheden voor de Grijze Campagne heeft besteed. De rechtbank oordeelt dat ook het laatst overgebleven verwijt geen stand houdt en spreekt hen vrij.

Vrouw mocht erop vertrouwen dat de facturen klopten

Daarnaast oordeelt de rechtbank dat de vrouw voldoende redenen had om ervan uit te mogen gaan dat de facturen van de man klopten. Zij had voor een groot deel zicht op zijn werkzaamheden, beiden hadden onderling veel contact en zij zag dat hij de producten aanleverde waarvoor hij de opdracht had gekregen. De vrouw mocht er dan ook op vertrouwen dat facturen juist waren. Bovendien zijn de facturen geaccordeerd door haar leidinggevende.