AMSTERDAM - Vandaag is Huib de Jong benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Hij kreeg de onderscheiding uitgereikt door locoburgemeester Simone Kukenheim bij zijn afscheid als voorzitter van het College van Bestuur van de Hogeschool van Amsterdam.
De heer De Jong heeft de onderscheiding ontvangen vanwege zijn jarenlange inzet voor het hoger onderwijs, bij de Universiteit Twente, de Hogeschool Utrecht, de Vereniging Hogescholen, bij de Hogeschool van Amsterdam, en als voorzitter van de Taskorce Lerarentekort Amsterdam. Ook zette De Jong zich op vrijwillige basis in voor verschillende maatschappelijke organisaties, zoals de Synagoge Enschede, het centrum voor kinderpsychiatrie Karakter en het Ben Sajet Centrum. De heer De Jong is al sinds 1991 verbonden geweest aan diverse universiteiten en hogescholen als hoogleraar en later als lid en voorzitter van Colleges van Bestuur. Sinds 2013 werkte hij bij de Hogeschool van Amsterdam, waar hij een belangrijke rol speelde in het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en aan de samenwerking met de Universiteit van Amsterdam. Hij organiseerde onder andere de gezamenlijke masters en de honoursprogramma’s voor studenten die konden doorstromen naar universitaire masters. Na de Maagdenhuisbezetting in 2015, toen de relatie tussen de UvA en de HvA ter discussie werd gesteld, heeft hij de HvA verzelfstandigd, zonder de samenwerking met de UvA te verbreken.
Orde van Oranje-Nassau
De onderscheiding wordt verleend aan personen die zich lange tijd persoonlijk verdienstelijk hebben gemaakt voor de maatschappij, de Staat of het Koninklijk Huis. Er zijn zes graden in de Orde van Oranje-Nassau. De eerste vijf graden zijn: Ridder Grootkruis, Grootofficier, Commandeur, Officier en Ridder. Een benoeming in de zesde graad betekent dat iemand tot lid benoemd is in de Orde van Oranje-Nassau.