AMSTERDAM - Dinsdag 16 januari was de start van het participatieproces over de toekomst van bedrijventerrein Klaprozenweg Noordoost. Zo’n twintig direct betrokken bewoners uit de omgeving, ondernemers uit het gebied en ambtenaren bespraken wat ze verwachten van de participatie en hoe die er uit gaat zien.

Wilt u meedoen aan het participatietraject? Meld u dan aan via w.dijk­man@am­ster­dam.nl

Transformatie bedrijventerrein

Het college van burgemeester en wethouders heeft dinsdag 9 januari besloten om met de planvorming te starten. Het college stemt in met de transformatie van het bedrijventerrein naar een aantrekkelijke stadsbuurt met ruimte voor wonen, werken en voorzieningen. Vijf ambities zijn leidend voor de verdere uitwerking van de plannen – en dus ook voor de participatie:

  1. het ontwikkelen van ca. 200.000 m2 bruto vloeroppervlakte voor wonen, werken en voorzieningen;
  2. een kwalitatief hoogwaardig en flexibel stedelijk milieu met verschillende functies;
  3. een sociaaleconomisch gemengde bevolkingsopbouw in het projectgebied en goede fysieke en sociale samenhang met de omliggende buurten;
  4. de Klaprozenweg verbindt het oude en nieuwe deel van Noord;
  5. versterken van de landschappelijke kwaliteiten van het groen en de herkenbaarheid van de Waterlandse Zeedijk.

Plannen en ideeën

Op 11 juli 2017 heeft de gemeente al een eerste inloopmarkt georganiseerd. De toen opgehaalde ideeën, zijn deels verwerkt in de principenota waarover het college nu heeft besloten. Een ander deel van de ideeën nemen de ambtenaren mee in de uitwerking van de plannen. De gemeente toetst de komende tijd verschillende ruimtelijke plannen op haalbaarheid en wenselijkheid en zal deze inbrengen in het participatieproces.

Traject

Bureau Dialoogisch begeleidt de participatie. Dit leidt tot een globaal toekomstplan voor het projectgebied. De gemeente legt dit vast in een projectnota en een plankaart met daarin de contouren van de straten, bouwblokken en de bouwhoogtes. Het college van B&W neemt vervolgens een projectbesluit, waarmee een globale voorkeursvariant wordt vastgesteld. Daarna volgt een nadere uitwerking van de plannen in de laatste planfase.