Jan-Bert Vroege, dagelijks bestuurder Amsterdam Oost:
" Dankzij de werkgroep 'Oost na de Komma' krijgen we nu beter inzicht in wat mensen in Oost zelf vinden dat nodig is om de negatieve effecten van het slavernijverleden aan te pakken. Ik wil hen bedanken voor hun inzet, onderzoek en waardevolle aanbevelingen. Dit rapport helpt ons als stadsdeel om gericht te werken aan erkenning, bewustwording en structurele verbeteringen. Het is een mooie aanvulling op de komst van het Nationaal Slavernijmuseum, het Surinamemuseum, het Wereldmuseum en het de kwaliteitsimpuls rondom het monument voor het Nationaal Slavernijverleden."
Aanbevelingen uit het rapport
De gesprekken die in Oost zijn gevoerd, tonen de noodzaak om verder te werken aan structurele verbeteringen, met concrete aanbevelingen. Ten eerste wordt er nadruk gelegd op participatie en communicatie, met het doel stadsbrede gesprekken te bevorderen en de betrokkenheid van de gemeenschap te vergroten, inclusief die van inheemse volkeren. Verder worden er specifieke strategieën voorgesteld om jongeren actief te betrekken, bijvoorbeeld via sociale media en educatieve projecten. Daarnaast wordt er voorgesteld om het slavernijverleden te integreren in het onderwijs, waarbij ook de aanpak van discriminatie bij schooladviezen centraal staat. Tot slot wordt er onderzoek gedaan naar de impact van het slavernijverleden op de arbeidsmarkt, met aandacht voor het bevorderen van inclusiviteit en vragen we maatschappelijke organisaties om in actie te komen om samen het programma te professionaliseren.
Vervolg
Stadsdeel Oost vindt het belangrijk dat ook andere stadsdelen kennisnemen van de inzichten en aanbevelingen uit dit rapport. Het dagelijks bestuur zal het daarom delen met de zes andere stadsdelen en Weesp. Daarnaast blijft het stadsdeel zich inzetten voor het gesprek en de uitvoering van de aanbevelingen, samen met bewoners, maatschappelijke organisaties en andere partners.