AMSTERDAM - Op 31 oktober wordt op veel plekken Halloween gevierd. Dit feest kondigt de donkerste periode van het jaar aan. Het is een viering vol griezelige geesten en spookverhalen. Die enge verhalen hebben wij hier ook, bijvoorbeeld over Hendrik de Jong. Hij is ook wel bekend als de Nederlandse Jack the Ripper. Zijn verhaal herinnert ons eraan dat zelfs de meest charmante mensen gevaarlijk kunnen zijn.
Hendrik kon mensen betoveren. Hij sprak meerdere talen, had een slimme uitstraling en vertelde indrukwekkende verhalen over zichzelf. Met zijn charme en vlotte praatjes won hij het vertrouwen van velen, vooral vrouwen, die hij daarna financieel uitkleedde. Het was een list die goed voor hem werkte. Met zijn blauwe ogen, smalle snorretje, en altijd een sigaar en hoed, leek hij een echte dandy. Een fatale charmeur, zo zou je kunnen stellen. Eentje die behoorlijk vernuftig was. In Nijmegen wist hij bijvoorbeeld een gevangenisstraf te ontlopen door te doen alsof hij geestesziek was.
Zijn verhaal loopt door de straten en grachten van zowel Amsterdam als Weesp. Loopt u mee?
Armenweeshuis, Nieuwstraat 43
Hendrik werd geboren op 5 oktober 1861 in Weesperkarspel, een kleine gemeenschap vlak bij Amsterdam. Hij was de derde zoon in een arm gezin dat moeite had om rond te komen. Hendriks jeugd was zwaar. Zijn vader dronk veel en Hendrik en zijn broers en zus bedelden vaak op straat om te overleven. School was er nauwelijks bij, en een goede toekomst leek ver weg. Na het overlijden van zijn vader belandde Hendrik in het armenweeshuis aan de Nieuwstraat 43 in het huidige Weesp. Daar leerde hij voor zichzelf opkomen en ontwikkelde hij een talent voor liegen en manipuleren, wat later zijn kracht zou worden.
Van Houten cacaofabriek, Oudegracht 69
Hendrik kreeg een baan in de Van Houten cacaofabriek aan de Oudegracht 69 als leerling-blikslager, maar hij had grotere plannen. Hij wilde iets maken van zijn leven. Na een incident op het werk probeerde hij het in het leger, maar hij werd na 2 jaar afgekeurd. Terug in Nederland, met 100 gulden op zak, sloeg hij het criminele pad in.
Woning aan de Weesperzijde
Catharine Schermeljé was een van zijn eerste slachtoffers. Samen woonden ze in een woning aan de Weesperzijde. Hendrik ontmoette Catharine in Den Haag, waar ze een sigarenwinkel had. Ze was 5 maanden gescheiden van haar man en zou over 4 maanden weer in het huwelijksbootje mogen stappen. Genoeg tijd dus voor Hendrik om te doen alsof hij verliefd was om haar vervolgens te ontdoen van haar centen. Hij wist haar over te halen om te verhuizen naar Antwerpen en vervolgens Amsterdam, waar het stel in 1888 hun intrek nam in een woning aan de Weesperzijde.
Nadat de wettelijke scheidingstermijn verlopen was, verdween Hendrik met de noorderzon én met 1.200 gulden die hij haar afhandig had gemaakt. Als afscheid stuurde hij haar het Algemeen Handelsblad van 3 januari 1889 toe. Daarin stond een advertentie, omcirkeld met potlood, met onder meer de tekst: ‘Wegens vertrek naar Algiers, hartelijke groeten’.
Woning op de Jan Steenstraat 246
Na Catharine te hebben opgelicht, trouwde Hendrik in 1889 met Antje Deinema, de dochter van een rijke weduwe die aan de niet meer bestaande Jan Steenstraat 246 woonde. Hij peuterde duizenden guldens los bij zijn schoonmoeder door haar te laten investeren in een niet bestaand bedrijf en neppe waardepapieren aan te bieden als onderpand. Na een verhuizing naar Rotterdam bleek dat de waardepapieren waardeloos waren. Daarop schakelde de weduwe de politie in.
Hendrik besloot zijn ‘geesteszieke’ trucje te herhalen. Hij speelde de verwarde, gestoorde gevangene en wierp zelfs zijn uitwerpselen door het luikje van zijn cel om de illusie van krankzinnigheid kracht bij te zetten. Maar in tegenstelling tot in Nijmegen werkte het ditmaal niet: hij werd veroordeeld en moest bijna 3 jaar brommen.
Hier zou volgens Google Maps het niet meer bestaande adres Jan Steenstraat 246 moeten zitten, op de huidige Eerste Jan Steenstraat 140. Hier zou bij doortelling vanaf het einde van de Eerste Jan Steenstraat het niet meer bestaande adres Jan Steenstraat 246 moeten zitten.Hotel-café aan de Martelaarsgracht
De straf was niet genoeg om Hendrik zijn criminele streken te laten verliezen. Na zijn vrijlating keerde hij terug naar Amsterdam, waar hij aanpapte met Hendrik Kramer, de eigenaar van een hotel-café aan de Martelaarsgracht 8 . Hij vertelde hem niet dat hij de afgelopen jaren had vastgezeten voor het oplichten van zijn echtgenote en schoonmoeder, maar zette een nieuwe zwendel op. Hij deed alsof hij landeigenaar was om indruk te maken op de dochter van de hotel-eigenaar en Kramer ondertussen geld af te troggelen. Na een tijdje pakte hij zijn biezen zonder z’n toekomstige schoonvader terug te betalen.
Uitstap naar Engeland
Na Kramer en zijn dochter te hebben opgelicht, vertrok Hendrik naar Engeland. Daar ontmoette hij in Maidenhead de Engelse Sarah Anna Juett. Tijdens een korte ontmoeting charmeerde hij haar ouders met een certificaat van De Nederlandsche Bank, zogenaamd bewijs dat hij een aanzienlijk fortuin bezat, zo’n 12.000 gulden. Maar eigenlijk was het papiertje zijn ontslagdocument uit de gevangenis, waarop stond dat hij 12,00 gulden bezat. Van de komma maakte Hendrik een punt en hij had zelf een nul toegevoegd.
Hij trouwde met Sarah en ze vertrokken op huwelijksreis. Daarna werd er niets meer van haar vernomen. Hendrik vertelde haar vader dat Sarah naar Amerika was gevlucht met een andere man en al hun geld had meegenomen.
Hotel van Gelder, Damrak 43
Toen de vader in Londen naar de politie stapte, was Hendrik alweer gevlucht naar Nederland, terug naar Amsterdam. En daar herhaalde hij nog datzelfde jaar hetzelfde misdrijf. Hij trouwde met Maria Sybilla Schmitz, een gezellige Amsterdamse die werkzaam was in een kledingwinkel in de Utrechtsestraat. Ze woonden samen in Hotel Rotterdam aan het Weesperplein 14 en het nog steeds bestaande Hotel van Gelder op het Damrak 34 , maar het liefdesgeluk hield geen stand. Ook zij verdween na korte tijd. Hendrik werd als verdachte aangehouden, maar tastbare bewijzen van moord ontbraken, net als de lichamen van Sarah en Maria. En dus werd de oplichting van Kramer erbij gehaald.
Gevangenis Kleine Gartmanplantsoen en Havenstraat
De rechtszaak die volgde was een spektakel. De publiekstribune aan de Reguliersdwarsstraat zat vol en Hendrik verdedigde zich met een ironische onschuld. Hij wuifde zelfs naar de vader van een van zijn slachtoffers alsof hij niets te vrezen had. Hoewel de rechter hem veroordeelde voor het oplichten van Kramer, bleef de veroordeling van moord hem bespaard. Zijn zelfingenomen houding stuitte iedereen tegen de borst, maar zijn straf viel laag uit. Hij zat vast in het
Huis van Bewaring I aan het Kleine Gartmanplantsoen 14 en het Huis van Bewaring II aan de Havenstraat 6 , waar hij in 1897 uit werd ontslagen. Kleine Gartmanplantsoen 14 (tegenwoordig Max Euweplein 30) waar vroeger het Huis van Bewaring I zat. Havenstraat 6 (tegenwoordig de British School of Amsterdam) waar vroeger het Huis van Bewaring II zat.
Advocatenkantoor op de Herengracht
Het was Hendriks gave om zijn handelingen te maskeren onder een dekmantel van beleefdheid en vriendelijkheid die hem ongrijpbaar maakte. Getuigen verklaarden dat hij charmant en vriendelijk was, met een onschuldige glimlach. Maar sommigen vonden dat er iets ‘onmenselijks’ in zijn ogen te zien was. Zo ook advocaat en schrijver Louis Herman Jean Lamberts-Hurrelbrinck, die Hendrik op zijn
voor het eerst ontmoette. Hij schreef in zijn boek ‘Misdadigersgeweld’ over Hendrik: ‘Nooit heb ik zulke oogen gezien; de pupillen bijkans zoo bleek als het wit der oogen, 't was of ik voor mij zag een blinde, die mij aanstaarde met flauwe, matte, kleurloze oogappels.’
Amerika
Na zijn vrijlating verliet Hendrik Amsterdam en verdween hij richting België. In Gent sloeg hij in 1898 de schedels van een herbergierster en haar medewerkster in. Hij werd daar ter dood voor veroordeeld, maar was al verdwenen voor het vonnis volbracht kon worden. Uiteindelijk werd in 1911 zijn lichaam gevonden in een greppel in Sioux Falls, Amerika. Hendrik de Jong, die zijn leven lang de benen nam, werd uiteindelijk ingehaald door gerechtigheid, hoe ver hij ook vluchtte.