AMSTERDAM - Het college van Amsterdam heeft het Programma Windenergie Amsterdam formeel vastgesteld. Dit is de afsluiting van een lange periode van onderzoek, inspraak en participatie en een belangrijke stap in het realiseren van de ambitie om 127 megawatt windenergie op te wekken in Amsterdam. De gemeente Amsterdam vindt het belangrijk om zoveel mogelijk schone energie op te wekken om zo een bijdrage te leveren aan het tegengaan van de klimaatverandering. Windenergie is daar een onmisbaar onderdeel van. Gebieden aangewezen De gemeente Amsterdam heeft in 2024 het Programma Windenergie Amsterdam (PWA) opgesteld. Hierin wijst zij vier gebieden aan voor de mogelijke ontwikkeling van windenergieprojecten binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam: het havengebied en de gebieden Diemerscheg, Weesperkarpsel en Holendrecht aan de zuidoostkant van de stad. In deze gebieden gaat de gemeente verder met onderzoek en voorbereiding om mogelijk windprojecten te realiseren. Inspraak en advies Op basis van verschillende ingediende zienswijzen en de adviezen van de stadsdelen heeft het college het gebied bij de Gaasperplas laten afvallen als zoekgebied voor windenergie. Ook heeft het college de wensen en bedenkingen van de gemeenteraad van 11 december verwerkt in het PWA. Het college stelt het Programma Windenergie Amsterdam 2030 en het bijbehorende plan-milieueffectrapportage nu vast. Vervolg Na de vaststelling van het programma gaat de gemeente verder met het onderzoeken van de vier aangewezen gebieden. Het college wil eerst meer duidelijkheid hebben over hoeveel megawatt opwekking mogelijk is in het havengebied, voordat zij beslissingen neemt over windturbines in de aangewezen gebieden in Zuidoost en Weesp. Hiervoor is onder meer duidelijkheid nodig over het Luchthaven indelingsbesluit, dat bepaalt hoe hoog de bebouwing mag zijn in de haven. De gemeente Amsterdam gaat nu al wel aan de slag met de voorbereidingen in de gebieden in Zuidoost en Weesp, maar neemt hierover geen beslissingen met onomkeerbare gevolgen (zoals vergunningverlening). Het college hoopt zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk eind 2026, een beslissing te nemen over of en hoeveel windturbines nog nodig zijn in Zuidoost en Weesp. |