Na zijn studie Nederlands recht was Van der Meer respectievelijk juridisch medewerker, advocaat, kantonrechter en senior raadsheer. Vanaf 2013 was hij president van het gerechtshof Amsterdam.
Van der Meer leverde een grote bijdrage aan een meer evenwichtige financiering van de rechtspraak, zorgde voor de invoering van de eerste kantonrechtersformule bij verstoorde arbeidsrelaties en leverde een belangrijke bijdrage aan de integratie van de kantongerechten in de arrondissementsrechtbanken. Ook was hij onbezoldigd lid van vele commissies en raden van toezicht en advies.
In 2013 werd hij aangezocht als president van het Gerechtshof Amsterdam om de verstoorde verhoudingen te herstellen. Hij sloot na zes maanden een 'herenakkoord' met de ondernemingsraad over de herziening van de organisatiestructuur, waardoor het wederzijdse vertrouwen werd hersteld. Meer recentelijk trad Van der Meer met gezag en succes op als crisismanager bij de fusierechtbank Noord-Nederland.
Collega's noemen Van der Meer een "president van de buitencategorie". Vanwege zijn grote inzet voor de rechtspraak is hij benoemd tot officier in de Orde van Oranje-Nassau.
Orde van Oranje-Nassau