AMSTERDAM - Els de Vos zet zich al meer dan 20 jaar in voor de natuur in de Watergraafsmeer. Met de vrijwilligers van ‘Natuur je beste buur’ heeft ze de randen van de sportparken veranderd in een paradijs voor vogels, vlinders en andere insecten. Haar boodschap: “Onderdruk de neiging om insecten dood te maken.”
Een gesprek met Els de Vos wordt regelmatig onderbroken. Het ene moment valt haar oog op een zevenstippelig lieveheersbeestje of een Franse veldwesp, een paar tellen later ziet ze een vuurwants of een muntvlindertje. “Dat is een micro-nachtvlinder, die zich ook overdag vertoont. Prachtig toch?”
Eigen tuin
Haar liefde voor de natuur is ontstaan doordat ze al heel lang een plek heeft op een natuurkampeerterrein in Hilversum. “Daar heb ik veel geleerd over natuurvriendelijk beheer. Toen ik in 2001 in de Watergraafsmeer kwam wonen, had ik voor het eerst van mijn leven een eigen tuin. Hartstikke leuk natuurlijk, maar ik wilde ook graag meer groen aan de straatkant.”
Natuur je beste buur
In 2005 kwam ze samen met een buurvrouw op het idee om de randen van de sportparken Middenmeer en Voorland aan te pakken. “We dachten: kan dat niet wat leuker en vrolijker? Toen we dit bespraken met iemand van het sportparkbeheer zei hij: maak maar een plan. Samen zijn we toen ‘Natuur je beste buur’ begonnen. Gelukkig waren veel buurtbewoners bereid om mee te helpen.” De afgelopen jaren zijn de groenstroken langzaam veranderd in een paradijs voor vogels en insecten. Dankzij een groep van zo’n 25 vrijwilligers. De Vos: “Er hangen bijvoorbeeld 150 nestkastjes voor vogels en 20 vleermuiskasten. En we hebben aan de rand van het sportpark een ijsvogelwand gemaakt. Nieuwe vrijwilligers zijn trouwens altijd welkom.”
Invasie van de distelvlinder
Haar grootste trots is misschien wel de ‘vlinderidylle’: een strook van 200 meter vol inheemse planten die aantrekkelijk zijn voor vlinders en insecten. “Van april tot en met oktober tellen we hier 2 keer per week de vlinders, de hommels en de bijen. Buurtbewoners en voetballers gaan regelmatig op een bankje zitten om te genieten van de natuur. Ik ben zelf bijvoorbeeld dol op het icarusblauwtje en de kleine vuurvlinder. En een tijdje terug was er een invasie van de distelvlinder. Ik vind alle vlinders mooi.”
Dankzij Natuur je beste buur kreeg ze ook de kans om van het plantsoen rondom haar hoekhuis echte natuur te maken. In 20 jaar tijd is dat veranderd in een groene oase. Ze wijst naar een heel klein boompje: “Dit is mijn lievelingsboom, de vuilboom. Op die kleine bloemetjes zitten soms wel 20 soorten bijen. En de citroenvlinder en het boomblauwtje zetten op de vuilboom hun eitjes af.” Op de verre hoek is een kruidentuintje. “Mensen komen hier regelmatig rozemarijn en salie plukken. Deze tuin is echt voor de buurt.”
Ruige stadsnatuur
Els de Vos wil graag dat mensen het belang inzien van ruige stadsnatuur: “Je moet niet alles plat maaien. Natuurlijk beheer zorgt voor prachtige planten en bloemen, voor meer insecten. En insecten zijn weer belangrijk als voedsel voor vogels en andere dieren. Veel mensen hebben last van een ‘plet-reflex’: als ze een insect zien willen ze dat meteen doodslaan. Ik zou dus zeggen: onderdruk die plet-reflex.”