AMSTERDAM - De gemeente Amsterdam heeft haar inclusie- en antidiscriminatiebeleid vernieuwd. De hoofdlijnen van dit beleid voor de komende jaren staan beschreven in het visiedocument 'Amsterdam, een stad uit duizenden' en kwam tot stand in samenspraak met de vele gemeenschappen en groeperingen in de stad die zich bezighouden met de thema's inclusie en antidiscriminatie. In het nieuwe beleid ligt de nadruk behalve op groepen ook op individuen die zich willen emanciperen. Nieuw is ook dat er nader onderzoek komt naar anti-Aziatische discriminatie en validisme: discriminatie van mensen met een beperking.
Wethouder Touria Meliani (Inclusie en Antidiscriminatiebeleid): "Het was voor mij geen vanzelfsprekendheid om wethouder te worden, en dat was niet gelukt zonder de steun van vele Amsterdammers. De stad bood mij, net als zovelen voor en na mij, de bescherming en de nieuwe wortels die ik nodig had. Maar helaas zien we ook dat er mensen in onze stad zijn die het moeilijk hebben. Die buitengesloten of gediscrimineerd worden, zich onveilig voelen of niet dezelfde kansen krijgen als anderen. Dit is onacceptabel. En daarom gaan we de uitsluiting die we nog niet goed in kaart hebben onderzoeken, de discriminatie die duidelijk zichtbaar is bestrijden, en iedereen ondersteunen die wil bijdragen aan die strijd of zich wil emanciperen. Want de ruimte die we hebben en elkaar geven om volledig mens te zijn is het meest kostbare, maar ook het meest kwetsbare dat we bezitten."
Normstellen, agenderen en ondersteunen
Binnen het inclusie en antidiscriminatiebeleid ligt de focus op normstellen, agenderen en ondersteunen. Amsterdam wil een duidelijke norm blijven stellen: alle discriminatie is onacceptabel. Daarom wordt opgetreden tegen discriminatie op de woningmarkt, in het onderwijs en binnen de gemeentelijke organisatie. Het toewerken naar een inclusievere stad is een brede opgave met een lange adem waarin heel het college samenwerkt. Problemen met ongelijkheid en uitsluiting worden daarnaast geagendeerd bij onder meer het Rijk, op terreinen waar de gemeente zelf geen zeggenschap over heeft. Bewegingen in de stad kunnen op ondersteuning rekenen, met name in de vorm van subsidies.
Nieuwe voornemens
Om een inclusieve stad te worden, is het nodig om discriminatie te bestrijden en tegelijkertijd emancipatie te bevorderen. Behalve voortzetting van bewezen werkzaam beleid, zijn er ook nieuwe voornemens. Zo komen er twee nieuwe actieonderzoeken, samen met Aziatische Amsterdammers en Amsterdammers met een beperking. Daarnaast moet het MDRA, het meldpunt voor mensen die gediscrimineerd worden, meer bekendheid en slagkracht krijgen. Het bestaan van structurele ongelijkheid wordt nader onderzocht; het resultaat van dat onderzoek moet bijdragen aan herstel na het slavernij- en koloniale verleden. Ook wil de gemeente zorgen voor een betere representatie van en medezeggenschap voor alle Amsterdammers, onder meer door andere dan de gebruikelijke perspectieven aan bod te laten komen, stereotypen te doorbreken en nieuwe rolmodellen te tonen.
Bijzondere plekken realiseren
De komende jaren zal het beleid van de gemeente op het terrein van inclusie en antidiscriminatie ook fysiek zichtbaar worden, door de realisatie van bijzondere plekken als het Nationaal Slavernijmuseum en het Regenbooghuis. Het Slavernijmuseum gaat dit jaar een omvangrijk traject van gesprekken met betrokkenen in. Het is de bedoeling in 2028 een nieuw gebouw op een markante locatie op te leveren.