AMSTERDAM - De regeling waarmee scholen en zorginstellingen aanspraak kunnen maken op extra parkeervergunningen moet worden uitgebreid. Het stadsbestuur wil hiermee het personeelstekort in het onderwijs, de zorg en bij de politie helpen terugdringen door meer werknemers de gelegenheid te geven om in de stad betaalbaar te parkeren. Voorgesteld wordt om het aantal parkeervergunningen voor onderwijs- en zorgmedewerkers uit te breiden en de regeling ook te laten gelden voor medewerkers van het mbo. Voor de politie wordt gekeken naar een maatwerkregeling. De parkeervergunningen zullen onder het ‘vergunningenplafond’ van elk gebied vallen, zodat de gemeente grip houdt op de bezetting van de parkeerplekken. Iedereen kan vanaf 8 juli reageren op het voorstel voor de nieuwe regeling.

Wethouder Melanie van der Horst (Verkeer en Vervoer): “De stad wordt steeds drukker en daarom kunnen we niet meer overal plek bieden aan de auto. Maar voor een aantal beroepen die cruciaal zijn voor het functioneren van onze stad wil ik graag een uitzondering maken. We hebben al het zorg- en onderwijspersoneel keihard nodig, net als politieagenten. Deze parkeerregeling kan voor sommigen net het verschil maken of ze kiezen voor een baan in de stad, of dat ze vertrekken naar een andere regio. Omdat ze buiten de stad zijn gaan wonen of omdat ze onregelmatige werktijden hebben, waardoor het openbaar vervoer geen goed alternatief is.”

Sinds 2004 geldt de oude regeling voor maatschappelijke parkeervergunningen voor onderwijs en zorginstellingen. In 2018 zijn scholen in het primair- en voortgezet onderwijs door een apart besluit in staat gesteld twee tot vier extra vergunningen aan te vragen, bovenop de bestaande regeling. Vorig jaar werden er ongeveer 2300 vergunningen gebruikt. De stadsdelen bepaalden zelf of er maatschappelijke vergunningen werden verleend en daar golden verschillende regels. Deze nieuwe regeling zorgt voor meer vergunningen, een makkelijker proces en eenduidige regels.

De nieuwe regeling geldt ook voor de politie, maar vanwege het grote aantal dienstvoertuigen worden hier tijdens de inspraakperiode aparte afspraken over gemaakt. Deze afspraken worden bij de definitieve vaststelling van de regeling meegenomen.