AMSTERDAM - Joep Noijons (27) werkt sinds 2 jaar voor de GGD als ‘outreach coördinator’. Samen met zijn team zorgt hij ervoor dat moeilijk bereikbare groepen ook toegang krijgen tot voorlichting over seks en soa-tests. “Wensen en grenzen moeten bij iedereen tussen de oren komen.”
“Met mijn collega’s richt ik mij op groepen binnen de queer-gemeenschap waarin mensen zich misschien schamen om naar de GGD te gaan voor een soa-test”, vertelt Noijons. “Of waar ze niet zo goed de weg weten naar de zorg in Nederland, zoals vluchtelingen. Wij willen de soa-zorg voor deze groepen zo laagdrempelig mogelijk aanbieden. Soa’s zijn ‘seksueel overdraagbare aandoeningen’, dus ziektes die kunnen worden overgedragen door seks. Bijvoorbeeld als je geen condoom gebruikt.”
Feesten en plekken
Het outreach-team komt elke maand 2 of 3 keer in actie. “We komen op heel uiteenlopende plekken. Bijvoorbeeld in de gay-sauna NZ op de Nieuwezijds Voorburgwal, leerbar The Web en het terugkerende feest SexySide. SexySide is een feest van Soa Aids Nederland, speciaal voor lhbtiq+-vluchtelingen en nieuwkomers. Maar we richten ons ook op andere groepen, zoals de transgemeenschap en de ballroom-gemeenschap. Per groep kijken we wat de feesten of plekken zijn waar mensen uit die gemeenschap vooral komen.”
Vrijwilligers
Als hij op pad gaat, werkt Noijons samen met verpleegkundigen en vrijwilligers. “De vrijwilligers hebben een sleutelrol. Zij geven voorlichting en proberen mensen over te halen om zich te laten testen. In een aparte kamer voeren de verpleegkundigen dan de soa-tests uit. De groep vrijwilligers bestaat uit zo’n 12 tot 15 mensen, voornamelijk gay-mannen. Ik probeer de groep uit te breiden met andere mensen uit de queer-gemeenschap. De vrijwilligers komen uit heel verschillende hoeken, maar voelen zich allemaal op hun eigen manier verbonden met het thema seksuele gezondheid. Dat is mooi om te zien.”
In het weekend
Noijons is onderdeel van het preventieteam van de afdeling Seksuele Gezondheid bij de GGD. Hij verdeelt zijn tijd tussen het hoofdkantoor van de GGD op de Nieuwe Achtergracht en de verschillende activiteiten. “Ik ga niet altijd mee, dat zou een beetje te gek zijn. Veel acties zijn in het weekend of na middernacht. Ik leg in elk geval alle spullen klaar en ik maak voor elke activiteit een draaiboek. Als er iets verandert, bijvoorbeeld de manier van testen, dan informeer ik de vrijwilligers daarover. En ik organiseer ook de jaarlijkse training voor de vrijwilligers.”
Opluchting
Hij merkt wekelijks dat het werk in een behoefte voorziet. “Ik hoor heel vaak dat mensen het fijn vinden dat we er zijn. Helaas rust er nog steeds een taboe op seks, ook op de zorgkant die daarbij hoort. Mensen durven niet bij de GGD naar binnen te lopen, of ze durven zich zelfs helemaal niet te laten testen. Bijvoorbeeld omdat ze geen verblijfsvergunning hebben, of omdat ze een dubbelleven leiden. Dan kan het een grote opluchting zijn om je toch een keer bij ons te laten testen. Wij zijn er om laagdrempelige zorg te bieden aan iedereen.”
Seks en drugs
Een onderwerp waar Noijons zelf veel mee bezig is, is ‘consent’: hoe je kunt aangeven dat iemand wel of niet over je grenzen heen gaat. “We gaan regelmatig op pad met Pink Unity, de vrijwilligersgroep van de Jellinek Kliniek. Op die manier kunnen we samen voorlichting geven over seks en drugs. Als je onder invloed van drugs bent, is het moeilijk om je grenzen aan te geven. Samen met Jellinek hebben we voor festivals de Consent Praat Kaart ontwikkeld, met verschillende stellingen over ‘consent’. Wat vind je oké op de dansvloer? Wat vind je oké in bed of in je relatie? Vrijwilligers kunnen de kaarten gebruiken om in gesprek te gaan met bezoekers.”
Paniekaanvallen
Ook in zijn persoonlijk leven heeft Noijons meegemaakt hoe belangrijk die grenzen zijn. “In mijn eigen seksuele ontwikkeling heb ik op jonge leeftijd wat vervelende dingen meegemaakt. Tijdens mijn studie kreeg ik last van paniekaanvallen en heb ik voor het eerst over die ervaringen gepraat met vrienden en ouders. Nu gaat het gelukkig goed met me, maar het betekent wel dat ik een groot hart heb voor wensen en grenzen. Ook in de queer-gemeenschap is dat een belangrijk thema. Wat je voorkeur ook is, er moet wel over gesproken kunnen worden. En er moet gelijkwaardigheid zijn. Ik hoop dat we in de toekomst nog meer kunnen samenwerken met andere organisaties om het onderwerp ‘consent’ op de kaart te zetten. Wensen en grenzen moeten bij iedereen tussen de oren komen.”