AMSTELVEEN - Wie wil een ‘zwijntje’ in de wijk? Dat was de oproep die de gemeente Amstelveen onlangs deed aan haar bewoners. Het doel is meer kindvriendelijke beelden in Amstelveen. En de reacties stroomden binnen. Dit heeft het college doen besluiten al vanaf volgend jaar jaarlijks een à twee beelden te gaan plaatsen.
Uit de reacties die wethouder Herbert Raat (Kunst en Cultuur) ontving, en nog steeds ontvangt, blijkt dat er veel behoefte is aan functionele en voor kinderen aansprekende kunst in verschillende wijken. Kunst waar niet alleen naar gekeken kan worden, maar waar kinderen ook op kunnen spelen. “Uit de vele reacties is op te maken hoe belangrijk Amstelveners dit vinden”, zegt wethouder Raat. “Bovendien komen kinderen op deze manier al op jonge leeftijd op een ongedwongen manier in contact met kunst. Daarom willen we in 2019 al beginnen met het plaatsen van beelden en daarvoor hebben we de raad gevraagd 50.000 euro beschikbaar te stellen.”
De door bewoners aangedragen locaties worden onderzocht om te bekijken of het plaatsen van een kunstwerk hier mogelijk is. Als dit zo is, krijgen kunstenaars de opdracht om aan de slag te gaan en een beeld te ontwerpen. De gemeente heeft echter ook nog kunstwerken in depot staan. Zoals de drie kleurrijke keramiek banken en ‘bokkesprongpaaltjes’ van Jan Snoeck. Deze stonden jaren geleden in het Stadshart, maar moesten wijken voor renovatiewerkzaamheden. “Bewoners hebben gevraagd of deze banken kunnen terugkeren in de openbare ruimte”, zegt de wethouder. “Daarom worden dit de eerste kindvriendelijke kunstwerken die volgend jaar, nadat ze gerenoveerd zijn, een nieuwe plek krijgen in het centrum van Amstelveen.”
Het college vindt dat beeldende kunst aansprekend moet zijn voor alle leeftijden. Met beeldende kunst zoals ‘het Zwijntje’ bouwen Amstelveners herinneringen op. De beelden worden geplaatst op een veilige locatie op of nabij plekken waar veel kinderen regelmatig komen. Hierbij valt te denken aan een speeltuin of een winkelplein, maar ook pleinen bij scholen of een BSO. Raat: “Het verrijkt niet alleen de buitenruimte, maar draagt ook bij aan de identiteit van een gemeente en haar inwoners.”