De Amsterdamse woningcorporaties, de gemeente Amsterdam en de Amsterdamse huurders gaan de komende 4 jaar zorgen voor een fikse groei van het aantal betaalbare, kwalitatief goede en duurzame woningen voor Amsterdammers. Zij maakten daarvoor nieuwe samenwerkingsafspraken voor de periode 2020-2023. Voorop staat: Amsterdam blijft een gemengde stad waar rijk en minder rijk naast elkaar woont.
Amsterdam is blij, maar...
De afspraken zorgen ervoor dat voor het eerst in een kwart eeuw het aantal sociale huurwoningen in eigendom van corporaties weer groeit. Amsterdam is hier blij mee. Want deze Amsterdamse groei is bijzonder, gezien de honderden miljoenen euro’s aan huuropbrengsten die de woningcorporaties aan het Rijk moeten afdragen. De Amsterdamse corporaties betalen namelijk de komende vier jaar ruim een miljard euro aan extra belastingen aan de schatkist. Dit komt door de zogenaamde verhuurderheffing (huurdersbelasting).
Beperkt verkopen
Die extra bijdrage aan het Rijk, zorgt er voor dat woningcorporaties minder geld hebben om te investeren. Daarom is voor nu afgesproken dat corporaties beperkt corporatiewoningen mogen blijven verkopen. Zo is er toch geld om nieuwe woningen te blijven bouwen. Ondertussen zoekt Amsterdam door naar andere financieringsmiddelen. Het doel is natuurlijk dat corporaties zo min mogelijk sociale huurwoningen verkopen, en dat er tóch meer sociale woningen komen.
Meer betaalbare woningen
De Amsterdamse woningcorporaties, gemeente Amsterdam en de Amsterdamse huurders willen dat corporatiewoningen betaalbaar blijven voor Amsterdammers met een laag of middeninkomen. Hoe? 70 procent van de sociale huurwoningen wordt aangeboden voor een huur onder de € 607,46 of € 651,03 per maand (prijspeil 2019). Alle middeldure huurwoningen worden verhuurd voor bedragen tussen € 720,42 en € 1009,- per maand (prijspeil 2019). Huishoudens in een corporatiewoning die drie jaar een laag inkomen hebben en een hoge huur, kunnen, huurverlaging krijgen.
8% minder uitstoot
Corporaties gaan ook bestaande woningen beter isoleren, meer daken voorzien van zonnepanelen en 2.000 woningen van het aardgas halen. Van 2020 tot en met 2023 vermindert de CO2-uitstoot van de corporatiewoningen met 8% ten opzichte van 2019. Uitgangspunt is daarbij dat de betaalbaarheid voor de huurders niet onder druk staat en dat de woonlasten voor huurders gelijk blijven.
Huizen voor leraren
Op termijn gaan de corporaties ook jaarlijks 250 zelfstandige ouderenwoningen bouwen en wijzen zij jaarlijks 1.800 woningen toe aan kwetsbare doelgroepen, zoals mensen met een medische urgentie, statushouders of woningzoekenden uit de maatschappelijke opvang. Voor woningzoekenden met een maatschappelijk beroep, zoals startende leraren of zorgmedewerkers, worden jaarlijks maximaal 200 sociale huurwoningen én middeldure huurwoningen beschikbaar gesteld.
De komende weken worden de afspraken ter instemming voorgelegd aan de raden van commissarissen van de woningcorporaties, de gemeenteraad en de leden van de huurderskoepels.