Uit de recent gepubliceerde Gezondheidsmonitor 2020 blijkt dat 80% van de Amsterdammers zich gezond voelt. Maar gezondheidsverschillen zijn groot: inwoners met een laag opleidingsniveau, een minimuminkomen of een niet-westerse migratieachtergrond hebben vaker lichamelijke en mentale klachten en een ongezondere leefstijl. Zo leven mensen met opleidingsniveau basisonderwijs en vmbo gemiddeld zes jaar korter, en vijftien jaar minder in goede gezondheid, dan mensen met een hbo- of universitaire opleiding. Preventie, een stevige sociale basis en tijdige signalering vormen de sleutel tot een veerkrachtige en gezonde bevolking.
Simone Kukenheim, wethouder Zorg: "In Amsterdam moet iedereen een gelijke kans hebben om in goede gezondheid op te groeien en te leven. Om dit te bereiken zetten we stevig in op preventie en een gezonde leefstijl. Dit begint al bij het ondersteunen van de jongste jeugd en (aanstaande) ouders. Van het creëren van een gezonde voedselomgeving, het stimuleren van sport en bewegen tot het leren spreken over gevoel en mentale gezondheid. Deze investering in preventie betaalt zich op de lange termijn uit in gezondheidswinst, zowel op het gebied van de fysieke als de mentale gezondheid van de Amsterdammer."
Integrale aanpak
In de Amsterdamse Nota Gezondheidsbeleid 2021-2025 wordt het perspectief van 'positieve gezondheid' gehanteerd. Dit draait niet alleen om de fysieke gezondheid, maar ook om mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven, meedoen en dagelijks functioneren. In de nota wordt de aanpak om problemen in samenhang op te pakken verder uitgewerkt aan de hand van zeven speerpunten: gezonde, veilige en kansrijke jeugd, vitale Amsterdammers, vitaal ouder worden, mentale gezondheid, bescherming tegen infectieziekten, gezonde stad en bestaanszekerheid als basis van gezondheid. Hiermee sluit Amsterdam zoveel mogelijk aan bij al bestaande samenwerkingsverbanden, zoals Amsterdam Vitaal & Gezond en Gezonde en Kansrijke Start.
Ongelijk investeren voor eerlijke kansen
Het verkleinen van gezondheidsverschillen vraagt om extra inzet op die Amsterdammers die het meeste risico lopen op een minder goede gezondheid en bij wie de grootste gezondheidswinst is te behalen. Dit zijn de Amsterdamse jeugd en Amsterdammers met een ongunstige sociaaleconomische positie. De komende vier jaar wil Amsterdam zich vanuit de publieke gezondheid nog meer richten op deze groepen.
Om echt het verschil te kunnen maken is ook inzicht in de lokale opgaven en structuren nodig. Daarom wordt per stadsdeel geanalyseerd hoe de gezondheid in de wijken en buurten verbeterd kan worden. Dit gebeurt met oog voor de enorme diversiteit in de stad. Daarin staat het perspectief van de Amsterdammer centraal en wordt aansluiting gezocht bij de taal, cultuur, waarden en belevingswereld van de Amsterdammers.