AMSTERDAM - Groepsverkrachting, sextortion en seksuele uitbuiting. Het zijn vormen van seksueel geweld die jonge vrouwen en meiden in Amsterdam meemaken. Op verzoek van burgemeester Halsema van Amsterdam onderzocht de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen hoe deze meiden en jonge vrouwen beter beschermd kunnen worden. Zijn onderzoek wordt vandaag gepubliceerd. Het laat zien dat de sleutel ligt in maatwerk en een lange adem.
De onderzoekers van de Nationaal Rapporteur analyseerden de zaken van 10 Amsterdamse tienermeisjes die verstrikt raakten in een web van seks, straatcultuur en geweld. In meerdere zaken was sprake van seks in het grijze gebied tussen vrijwillig en onvrijwillig, vaak ook van zich herhalend misbruik of verkrachting. Er was sprake van seks in ruil voor geld, drugs of dure kleding, van feesten in hotels waar de meisjes seks hadden met meerdere jongens en mannen, en van chantage via social media.
Burgemeester Halsema: “Zeer zorgwekkende signalen van jongerenwerkers en politie waren de aanleiding voor mijn verzoek aan de Rapporteur. Professionals voelen zich vaak machteloos, vooral als het meisje zichzelf niet altijd als slachtoffer ziet. Ik wilde weten, wat werkt in zulke gevallen, hoe we het best kunnen helpen.”
Uit het onderzoek blijkt dat een voorwaarde voor het succesvol helpen van deze meiden een goede samenwerking is tussen de verschillende professionals. Denk aan de jeugdhulp, politie en justitie, jongerenwerk, behandelaren, de gemeente en zo nodig ook jeugdbescherming, jeugdreclassering, schuldhulp of leerplicht. Als een meisje in beeld komt moeten alle partijen samen een plan van aanpak maken en hun samenwerking coördineren. Nationaal Rapporteur Herman Bolhaar: “Elke casus vraagt om maatwerk, je moet ieder meisje als individu behandelen. Dat klinkt misschien als een open deur, maar het is helaas nog niet altijd de praktijk. Een lange adem is essentieel.”
Er moet ook meer aandacht komen voor het signaleren van de meisjes. Bolhaar: “Het onderzoek laat zien dat laagdrempelige hulp een ingang kan zijn om hen te bereiken. Denk aan bijeenkomsten over zelfbeeld en zelfvertrouwen, gericht op je positieve kwaliteiten, met een cultuur-sensitieve en onbevooroordeelde houding. Vanuit een vertrouwensrelatie kan gesproken worden over het loskomen van de geweldsituatie.” Ook het creëren van een positief toekomstbeeld, eigen motivatie en het bieden van een gezond referentiekader voor relaties en seksualiteit dragen hieraan bij.
De gemeente Amsterdam heeft de aanpak van seksuele intimidatie en seksueel geweld tegen meisjes en jonge vrouwen in februari 2020 als prioriteit aangemerkt. Zo krijgen jonge vrouwen in de meest complexe situaties onder de noemer ‘ROSA-aanpak’ een regisseur die regie voert op de samenwerkende instanties. In de stadsdelen West en Nieuw-West wordt geëxperimenteerd met een vernieuwende manier van samenwerken door instanties rond kwetsbare meiden in een zo vroeg mogelijk stadium. Eerder signaleren en tijdig de juiste interventies inzetten en doorzetten zijn het doel. Het meidenwerk speelt daarbij een belangrijke rol, net als het onderwijs wat cruciaal is voor het ontwikkelen van talenten en het vergroten van een positief toekomstperspectief.
Parallel aan het onderzoek van de Nationaal Rapporteur is een stedelijke verkenning gestart naar de diverse vormen van seksuele intimidatie en seksueel geweld in de stad, en de verschijningsvormen in de verschillende stadsdelen. Dat onderzoek laat zien dat structurele aandacht voor preventie van zowel slachtoffer- als daderschap nodig is.
Het Amsterdamse college van B en W neemt de aanbevelingen van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen over. Burgemeester Halsema: “Het onderzoek heeft zichtbaar gemaakt hoe ongelofelijk complex dit probleem is, en dat we aan veel verschillende knoppen moeten draaien om het aan te pakken. Seksueel geweld lijkt onder de invloed van straatcultuur en sociale media steeds meer onderdeel te worden de mainstream jeugdcultuur. Maar seksueel geweld is nooit acceptabel. Seksuele autonomie voor alle Amsterdamse meisjes is ons streven.”