Woon- en leefklimaat
Een aantal omwonenden had bezwaar gemaakt tegen een verleende omgevingsvergunning: met die vergunning kan het gebouw in de Pieter Aertszstraat, in strijd met het geldende bestemmingsplan, 10 jaar lang worden gebruikt voor kamergewijze verhuur voor 24-uursopvang. De bewoners betoogden dat de komst van 38 merendeels alleenstaande mannen, zonder dagbesteding en perspectief, een te grote aantasting van het woon- en leefklimaat zou opleveren. In de wijk is namelijk ook al een verslaafdenopvang en een daklozenopvang. Zij stelden bezwaar in tegen de verleende vergunning. Om te voorkomen dat de gemeente hangende die procedure zou beginnen met verbouwen, vroegen de bewoners aan de rechter in voorlopige voorziening de omgevingsvergunning te schorsen totdat op hun bezwaar is beslist.
Maatregelen
De rechter schorst de vergunning echter niet. Uit de omgevingsvergunning blijkt dat het college de mogelijk te verwachten gevolgen van de opvang voor het woon- en leefklimaat bij de verlening van de vergunning heeft meegewogen. Bij de opvang is namelijk voorzien in maatregelen om mogelijke nadelige gevolgen van de opvang voor de omgeving te beperken, zoals dagbesteding voor de huurders op een andere locatie. Bij andere opvanghuizen voor ongedocumenteerde personen is bovendien niet gebleken van onaanvaardbare overlast.
Geen voldongen feit
Daarnaast weegt de rechter in belangrijke mate mee dat het gebouw nog niet klaar is op het moment dat er wordt beslist in de bezwaarprocedure van de omwonenden. Als in die procedure wordt besloten dat de omgevingsvergunning toch moet worden ingetrokken, is er dus nog geen sprake van een voldongen feit. Er zijn dan immers nog geen mensen op die plek opgevangen. De gemeente heeft dan slechts een (ten dele) verbouwd pand dat niet voor de beoogde opvang mag worden gebruikt.