AMSTERDAM - De gemeente Amsterdam doet met 64 woningbouwprojecten een beroep op de Startbouwimpuls bij het Rijk. Hiermee kunnen volgend jaar 10.500 woningen, waarvan 82 procent in het betaalbare segment, gebouwd worden die door de verslechterende marktomstandigheden anders niet gebouwd zouden worden. De beschikbare middelen van het Rijk (300 miljoen euro) worden door de vele aanvragen, waarvan alleen in Amsterdam al 112 miljoen euro, naar verwachting vele malen overschreden. Wethouder Reinier van Dantzig (Woningbouw) roept het Rijk op tot verruiming én een snel uitvoerbare regeling, zodat in 2024 de bouw van betaalbare woningen kan starten.


Met de Startbouwimpuls wil het Rijk de bouw van betaalbare woningen een zetje geven die door de verslechterende marktomstandigheden is vastgelopen. Hierdoor kan de bouw van deze woningen volgend jaar al van start gaan. Om er voor te zorgen dat de rijksbijdrage daadwerkelijk terecht komt bij de bouwprojecten die snel kunnen beginnen, heeft de gemeente Amsterdam alleen bouwprojecten ingediend met een startdatum in 2024.

Vraag overstijgt aanbod Startbouwimpuls

 Amsterdam overvraagt ‘haar deel’ van het beschikbare budget ruimschoots. Het laat zien dat er binnen de huidige marktomstandigheden behoefte is aan een nog veel groter potje voor de Startbouwimpuls. Een verruiming van het budget draagt bij aan het op gang houden van de woningbouwproductie en het realiseren van betaalbare woningen in Nederland op korte termijn. De financiële bijdrage komt ook gedeeltelijk terug bij de overheid in de vorm van onder andere leges en BTW.

Snel uitvoerbare regeling

De gemeente Amsterdam doet een dringend beroep op het Rijk om te zorgen voor een werkbare en daarmee  een snel uitvoerbare regeling. Wanneer de gelden snel op de juiste plek terecht komen, kunnen bouwers daadwerkelijk op korte termijn aan de slag met het doorbouwen van duizenden betaalbare woningen in Nederland.

Ook gemeente Amsterdam neemt extra maatregelen

 De gemeente Amsterdam maakte onlangs extra maatregelen bekend om de bouw van woningen te bespoedigen. Zo wil ze bij transformatieprojecten de eerder afgesproken grondprijzen tegen het licht houden. Dit is gunstig voor de ontwikkelaar, omdat de grondprijzen dan lager kunnen uitvallen. Ook onderzoekt de gemeente een andere manier van indexeren van grondprijzen en ook het later vastleggen van de grondprijzen. Hierover vindt nog overleg plaats met marktpartijen. De aanvullende maatregelen maken onderdeel uit van het Amsterdamse Doorbouwakkoord dat is ondertekend door de koepelorganisaties NEPROM, IVBN, AFWC, Bouwend Nederland, Vastgoedbelang en de gemeente Amsterdam.