AMSTERDAM - Op vrijdag 17 januari neemt Jan Raes afscheid als algemeen directeur van het Koninklijk Concertgebouworkest tijdens een concert van het orkest in het Concertgebouw. Voorafgaand aan het concert ontvangt Jan Raes uit handen van burgemeester Halsema de Frans Banninck Cocqpenning wegens zijn betekenisvolle bijdrage aan Amsterdamse kunst- en cultuursector.
Jan Raes, geboren in 1959 in Antwerpen, studeerde dwarsfluit aan het Conservatorium Antwerpen en de Rijksuniversiteit Gent. Zijn muzikale loopbaan als fluitist omvatte solo-optredens, kamermuziekconcerten en opnamen. Daarnaast musiceerde hij in verschillende orkesten. In 1984 werd hij docent aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium Antwerpen en later directeur. In 2000 werd Jan Raes manager en vervolgens intendant van het Koninklijk Filharmonisch Orkest van Vlaanderen. Van 2004 tot einde 2008 was hij algemeen directeur van het Rotterdams Philharmonisch Orkest en het Gergiev Festival.
In december 2008 werd hij algemeen directeur van het Koninklijk Concertgebouworkest in Amsterdam. Onder leiding van Jan Raes werd het Koninklijk Concertgebouworkest door internationale critici benoemd als beste symfonisch orkest in de wereld. Mede dankzij het Koninklijk Concertgebouworkest heeft Amsterdam een zeer goede reputatie in de wereld op het gebied van kunst en cultuur.
Een belangrijk slotstuk van zijn werk bij het orkest is de totstandkoming van het RCO House. Een ‘lang gekoesterde droom’ werd werkelijkheid met de opening van een eigen ‘thuis’ voor musici en medewerkers in een voormalige school aan de Gabriël Metsustraat 16.
Frans Banninck Cocqpenning
De Frans Banninck Cocqpenning wordt toegekend aan personen die zich tijdens een periode van ten minste twaalf jaar bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt voor Amsterdam. Het zijn mensen die uit hoofde van hun (betaalde) functie in allerlei comités en stichtingen zitting hebben gehad en op die manier veel voor Amsterdam hebben gedaan en betekend. Voor de penning komen ook mensen in aanmerking die uitzonderlijk grote prestaties voor Amsterdam hebben verricht op sportief, wetenschappelijk, journalistiek, kunstzinnig, politiek, economisch gebied met een landelijke of internationale uitstraling.