AMSTERDAM - Op dierendag worden alle dieren in het zonnetje gezet. Naast honden, katten, konijnen en andere huisdieren heeft Amsterdam maar liefst 10.000 soorten wilde dieren en planten. Ook heel zeldzame. Daar zorgen wij als stad natuurlijk goed voor.
Van alle in Nederland bestaande dieren en planten, komt maar liefst 25 procent voor in Amsterdam. We zijn dan ook erg zuinig op onze natuur.
We bouwen voor iedereen
De stad is er niet alleen voor de mens, maar ook voor plant en dier. Bij nieuwbouw houdt Amsterdam hier dan ook rekening mee. Dit heet: natuurinclusief bouwen. Amsterdam heeft hiervoor een speciaal puntensysteem. Een goed voorbeeld van natuurinclusief bouwen is de wijk IJburg. Daar zorgen ingemetselde nestkasten voor een mooi thuis voor mussen en gierzwaluwen. Maar ook groene daken en gevels dragen bij aan een natuurinclusieve stad.
Diervriendelijke stad
De Amsterdamse stadsecologen letten goed op de natuur en de dieren in de stad. Zij zien dat aanpassingen in gebouwen en openbare ruimte de dieren goed helpen. Vogelsoorten keren bijvoorbeeld terug en kiezen Amsterdam uit om te broeden. Zo is de slechtvalk weer een vaste bezoeker van de stad geworden. De manieren om van Amsterdam een diervriendelijke stad te maken, zijn eindeloos. Hieronder ziet u uit elk stadsdeel een voorbeeld. Ook als Amsterdammer kunt u veel doen. Door het plaatsen van nestkasten bijvoorbeeld, of het diervriendelijk inrichten van uw tuin. Kijk voor ideeën op amsterdam.nl/groen.
Centrum
Wie langs de grachten in de binnenstad loopt, heeft ze vast weleens gezien: de kleurrijke bloemen aan de waterkant. Sommige kademuren zijn in slechte staat en versterkt met stalen balken. De ruimtes tussen kades en damwanden zijn gevuld met zand. Daar zijn mengsels van kruiden en inheemse bloemen ingezaaid die vlinders en wilde bijen aantrekken. Met deze tijdelijke natuurmaatregel helpt Amsterdam de dieren. Watervogels, insecten, vissen en andere waterdieren vinden hun voedsel en beschutting tussen de planten en wilgen in de stalen balken. De wilgen worden regelmatig geknot en de wilgentenen gaan naar Artis als voer voor de olifanten.
Nieuw-West
De Vrije Geer bij Sloten en De Tuinen van West zijn 2 grotere natuurgebieden. Tussen deze 2 gebieden, langs de Baden Powellweg, ligt een ecologische corridor. Deze verbindingszones helpen kleine zoogdieren, insecten en vogels om zich te verplaatsen. Er groeien verschillende bloemen, die weer bijen en vlinders aantrekken.
Zuidoost
In Zuidoost is de Natuurzoom aangelegd. Deze verbindt verschillende kleine leefgebieden met elkaar, van het Diemerbos tot het Amstelland. Zo kunnen ringslangen, egels, marterachtigen en andere kleine zoogdieren veilig van het ene gebied naar het andere gebied gaan. Zonder dat ze een grote weg over hoeven te steken.
West
De gierzwaluw is een bijzondere vogel. Zo slaapt hij terwijl hij vliegt. De gierzwaluw broedt graag in de stad, onder loszittende dakpannen bijvoorbeeld. Door renovatie zijn veel van deze plekken verdwenen. De gierzwaluwwerkgroep heeft in de Baarsjes al verschillende nestkasten aan gevels laten plaatsen.
Noord
De meervleermuis woonde in een school die gesloopt gaat worden. Om het zeldzame diertje een nieuw onderkomen te geven, is aan het Monnikendammerplantsoen een meervleermuizentoren gebouwd. Speciale geluiden hebben de meervleermuizen naar hun nieuwe huis gelokt.
Zuid
De eekhoorn woont voornamelijk in het Amsterdamse Bos en in de parken in Amsterdam Zuid. Speciale eekhoornbruggen zorgen ervoor dat de eekhoorns veilig van het Amsterdamse Bos naar het Amstelpark kunnen komen. De bruggen bestaan uit touwen die tussen de bomen over drukke wegen zijn gespannen.
Oost
Voor kleine zoogdieren kan het Amsterdamse water gevaarlijk zijn. Ze raken snel uitgeput als ze niet makkelijk uit het water kunnen komen. Daar is een mooie oplossing voor bedacht: een zogenaamde FUP (fauna-uitstaplaats). Dat zijn kleine trappetjes of hellingen waarmee de dieren op de steile kades kunnen komen.
Weesp
Bij Fort Uitermeer aan de Vecht in Weesp heeft Amsterdam broeihopen voor ringslangen aangelegd. Een broeihoop bestaat meestal uit rottend materiaal als mest, compost en takken. Door de rotting (broei) is het in de hoop altijd lekker warm. Een ideale plek dus voor de ringslang om eieren te leggen.