AMSTERDAM - Ongeveer 70% van de Amsterdammers vindt de overstap naar duurzame, schone energie een goede zaak en voelt zich verantwoordelijk om aan de overstap bij te dragen. Dat blijkt uit onderzoek van Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) dat is uitgevoerd onder zo’n 1400 respondenten. Bijna 60% van de Amsterdammers denkt dat klimaatverandering een groot effect heeft op Amsterdam. Slechts 5% van de Amsterdammers vindt klimaatverandering overdrijving.


OIS heeft Amsterdammers gevraagd naar hun kennis, houding en gedrag ten opzichte van de energietransitie. Zo’n 90% herkent duurzame energiebronnen zoals zon- en windenergie. Ongeveer 40% van de Amsterdammers is bekend met de doelstellingen van de gemeente op het gebied van CO2-uitstoot en aardgasvrij wonen.

Wethouder Duurzaamheid Marieke van Doorninck: “Het is mooi om te zien dat er bij een groot deel van de Amsterdammers draagvlak is voor ons beleid om de stad klimaatneutraal en aardgasvrij te maken. We zien dat veel Amsterdammers daar ook aan bijdragen, of dat nu door kleine of grote handelingen is. Waar we nog werk te doen hebben, is bij het wegnemen van (financiële) belemmeringen en het verbeteren van informatievoorziening over de mogelijkheden die er zijn om te verduurzamen. Daar gaan we vanzelfsprekend hard mee aan de slag.”

Kleinere, makkelijke energiebesparende handelingen binnenshuis, zoals het licht uitdoen bij het verlaten van de kamer (87%) en de verwarming uitzetten in kamers waar men niet verblijft (71%) worden door veel Amsterdammers gedaan. Maatregelen die meer moeite of een investering kosten, worden minder vaak genoemd. Rond 28% geeft aan bijvoorbeeld vloer-, muur- of dakisolatie te hebben of een 100% duurzame energieleverancier.

Redenen om niet (nog) meer energiebewuste maatregelen te nemen zijn onder andere gebrek aan financiële middelen, afhankelijkheid van de woningeigenaar/verhuurder of belemmeringen bij de organisatie van de te nemen maatregelen (bijvoorbeeld overeenstemming krijgen binnen de vve). Amsterdammers vinden dat de gemeente zou kunnen helpen door (meer) goedkope leningen/subsidies aan te bieden, maar ook door duidelijke informatievoorziening over (lokale) mogelijkheden en plannen te geven.

Aan het onderzoek van OIS hebben 1176 panelleden en 219 face-to-face geïnterviewde personen meegedaan.