AMSTERDAM - Het college van B en W heeft het besluit genomen voor de oprichting van de Stichting Nationaal Slavernijmuseum. Daarnaast heeft het college een eerste directeur-bestuurder, een voorzitter van de raad van toezicht (rvt) en twee leden van die raad benoemd.


Wethouder Touria Meliani (Kunst & Cultuur): “We zetten een belangrijke stap in de ontwikkeling van het Nationaal Slavernijmuseum met de benoeming van het bestuur. Deze benoemingen zijn een belangrijke mijlpaal, aangezien het museum nu officieel een stichting is, waarmee het onafhankelijk en zelfvoorzienend wordt. Vanaf nu kan het museum zich richten op zijn kernmissie: 'Vertel het hele Verhaal'. Ik ben ervan overtuigd dat het museum zijn essentiële rol kan vervullen in het diepgaand en doeltreffend verhalen over de Nederlandse slavernijgeschiedenis. Het zal een plek worden waar mensen samenkomen, elkaar verbinden, inspireren en ook elkaar helen."

Minister Eppo Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap): “Musea geven ons de kans om stil te staan bij het verleden en te begrijpen hoe het verleden invloed heeft op het heden. Zij creëren een brug tussen historische gebeurtenissen en de samenleving van nu, en nodigen uit tot reflectie en gesprek. Goed dat de toekomst van het Nationaal Slavernijmuseum met deze benoemingen een gezicht heeft gekregen. Een belangrijke volgende stap!"

Oprichting Stichting


In het museaal ondernemingsplan ´Vertel het hele verhaal´ adviseerden de kwartiermakers de gemeente om zo spoedig mogelijk een zelfstandige organisatie op te richten in de vorm van een stichting. Dit is in lijn met het advies van de Amsterdamse Kunstraad en de Raad voor Cultuur.

De stichting Nationaal Slavernijmuseum krijgt de opdracht om het museaal ondernemingsplan verder uit te werken. De museumorganisatie zal daarnaast aan de slag gaan met het voortzetten van de tijdelijke programmering, participatie met verschillende doelgroepen en met het opbouwen en ontwikkelen van het kenniscentrum. Hierbij is het belangrijk dat de museumorganisatie het reeds opgebouwde maatschappelijke, culturele en politieke draagvlak voor het museum bestendigt en vergroot en het nationale belang van het museum en de koninkrijksbrede scope van het museum borgt.

Benoemingen directeur-bestuurder en raad van toezicht


John Leerdam – directeur-bestuurder
John Leerdam heeft een lange staat van dienst als theaterregisseur, politicus en cultuuradviseur. Als kwartiermaker voor het Nationaal Slavernijmuseum heeft hij een essentiële rol gespeeld in de voorbereidingsfase. Zijn kracht ligt in het verbinden van verschillende belanghebbenden, het creëren van maatschappelijke bewustwording en het stimuleren van een breed gedragen dialoog over het slavernijverleden.

Franc Weerwind – voorzitter raad van toezicht
Franc Weerwind is een ervaren bestuurder met een staat van dienst in politiek-bestuurlijke functies op lokaal en nationaal niveau. Zijn achtergrond als minister voor Rechtsbescherming en burgemeester van Almere, Velsen en Niedorp geeft hem brede ervaring in governance, strategisch leiderschap en maatschappelijke samenwerking. Zijn sterke betrokkenheid bij het slavernijverleden en de doorwerking daarvan in de hedendaagse samenleving, onder meer als voorzitter van het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNSee), maakt hem geschikt om als voorzitter leiding te geven aan de raad van toezicht.

Bianca Tjon Atsoi – lid raad van toezicht (bedrijfskundig profiel)
Bianca Tjon Atsoi heeft een sterke achtergrond in governance, risicomanagement en compliance binnen de financiële sector. Haar huidige functie als Head of Mission Toezichthouder bij De Nederlandsche Bank (DNB) onderstreept haar expertise in governance en toezicht. Haar eerdere rol als programmamanager Slavernijverleden bij DNB laat zien dat zij niet alleen financiële en governance-expertise meebrengt, maar ook inhoudelijke betrokkenheid heeft bij de thematiek van het museum.

Matthias van Rossum – lid raad van toezicht (wetenschappelijk profiel)
Matthias van Rossum is een gerenommeerd historicus met uitgebreide expertise in koloniale geschiedenis, slavernij en dwangarbeid in een mondiale context. Als senior onderzoeker bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) en bijzonder hoogleraar aan de Radboud Universiteit heeft hij een breed netwerk binnen de academische wereld en erfgoedgemeenschappen. Zijn betrokkenheid bij diverse onderzoeksprojecten, zoals het GLOBALISE-project en de nationale terreinverkenning Staat en Slavernij, benadrukt zijn bijdrage aan de wetenschappelijke onderbouwing van de maatschappelijke discussie over slavernij.