AMSTERDAM - Onder het Leidseplein bevindt zich nog een groot deel Lijnbaansgracht, inclusief water. En zo zijn er meer plekken in Amsterdam waar de grachten onder onze voeten doorlopen zonder dat we dat weten.
We nemen u mee naar de Nieuwmarkt, het Leidseplein en de Munt.
Nieuwmarkt
Je realiseert het je niet als je over de Nieuwmarkt loopt, maar onder je voeten bevindt zich water. Sterker nog: onder de grond is zelfs een sluis. Het water van de Geldersekade gaat hier over in de Kloveniersburgwal. Zodra het water in het IJ stijgt, kan de sluis onder de Waag gesloten worden zodat de Amsterdamse grachten niet overstromen. Deze Bijleveldschesluis onder de Waag, vernoemd naar de Bijleveldsche polder die afwaterde in de Amstel, stamt al uit het begin van de 15e eeuw. De sluis is dan onderdeel van de nieuwe Sint-Anthonispoort, later bekend als De Waag.
De Nieuwmarkt op een kaart van Cornelis Anthonisz. uit 1544. Duidelijk te zien is het water van de Gelderskade dat bij de voorzijde van de Nieuwmarkt naar binnen stroomt.
Begin 1600 wordt de sluis verplaatst naar een meter of 50 ten noorden van De Waag, waar dan net de Nieuwmarkt omheen gebouwd is. De Nieuwmarkt is dus eigenlijk een overkapping over het water van de Geldersekade en de Kloveniersburgwal. Het grootste gedeelte onder de Nieuwmarkt wordt gedempt, maar er wordt een smalle verbinding opengehouden. Deze verbinding bestaat uit een zogenaamde duiker, en die bevindt zich daar tot op de dag van vandaag. Ook de sluis is tegenwoordig nog gewoon in gebruik.
Nieuwmarkt ter hoogte van nummer 38 tijdens werkzaamheden aan de duiker tussen Geldersekade en Kloveniersburgwal in 1990, midden rechts de ingang Barndesteeg.
Leidseplein
Ook onder het Leidseplein stroomt een onderaardse gracht: de Lijnbaansgracht. Het naastgelegen Kleine-Gartmanplantsoen was tot voor kort een mooi voorbeeld van wat waterdeskundigen 'overkluizing' noemen: een gracht wordt niet gedempt maar er wordt simpelweg overheen gebouwd. In 1914 wordt dit gedeelte van de Lijnbaansgracht overdekt. Zo ontstaat het Kleine Gartmanplantsoen.
Om te zorgen dat het wegdek niet instort, wordt in het midden van de gracht een muur geplaatst voor extra steun. Vanaf het begin van het Leidseplein gaat de gracht ondergronds over in wederom een duiker die onder de Stadsschouwburg doorloopt en bij de Melkweg weer uitmondt in de Lijnbaansgracht.
Momenteel wordt er op het Kleine-Gartmanplantsoen gewerkt aan een ondergrondse fietsenstalling; daarvoor is dit overkluisde stukje Lijnsbaansgracht onlangs verdwenen. Maar bij en onder de Stadsschouwburg naar de Melkweg loopt de 'gracht' nog steeds als vanouds.
De Lijnbaansgracht op het Kleine-Gartmanplantsoen tijdens werkzaamheden waarbij de ondergelegen Lijnbaansgracht weer even zichtbaar werd, 10 april 1978. Links een deel van het Kantongerecht en het Hirsch Gebouw en achteraan de Stadsschouwburg. In het midden van de gracht de geplaatste muur ter ondersteuning van het wegdek.
De Lijnbaansgracht bij het Leidseplein zoals het er eeuwenlang uitzag: dit is tegenwoordig het Kleine Gartmanplantsoen. Ongeveer op de plek van het witte huis rechts bevindt zich tegenwoordig de City bioscoop. Foto van Jacob Olie uit 1896.
De Munt
De Munt is niet zomaar een groot verkeersplein: het is eigenlijk een gigantische brug over het Singel en de Binnen Amstel. Ooit begonnen als smal bruggetje voor de Regulierspoort dat het ommuurde Amsterdam verbond met het buitengebied. De poort wordt gebouwd rond 1480. Dan wordt ook de eerste stadsmuur aangelegd. In 1618 verwoest een brand vrijwel de gehele poort; alleen een gedeelte van het wachthuis en het onderste gedeelte van één van de torens blijft bewaard. Pikant detail: onder het wachthuisje bevindt zich een urinoir dat eeuwenlang een geliefd cruisegebied is van Amsterdamse homo's.
De Regulierspoort, later Munttoren, op de kaart van Cornelisz Anthonisz uit 1544. Het latere verkeersplein bestaat enkel uit een smalle brug over het Singel.
Ook ruim 300 jaar later bestaat het Muntpein uit niet meer dan een bruggetje tussen Amstel en Singel, foto van Jacob Olie uit 1863.
Vanaf het eind van de 19e eeuw wordt het plein steeds verder vergroot en verandert het al snel in één van de meest onoverzichtelijke verkeerspunten van de stad. Om die reden staat hier van 1949 tot halverwege jaren '80 een verkeersregelhuisje - bijgenaamd de Duiventil - met strenge verkeersagent. De agent regelt de stoplichten en spreekt via een luidspreker vanuit zijn torentje verkeersdeelnemers vermanend toe. Inmiddels staat de Duiventil als stedelijk reliek tentoongesteld bij de ingang van het Amsterdamse Bos. Ook het Muntplein is alweer vele malen heringericht, maar het water stroomt er nog net als vroeger onderdoor.