AMSTERDAM - De ambtswoning van de burgemeester staat aan de Herengracht 502. De eerste bewoner was betrokken bij de slavenhandel. En in 1927 schonk de eigenaar het aan de gemeente. Mogelijk was dat een soort ‘relatiegeschenk’. Een aantal wetenswaardigheden over het pand.
Van historicus Leo Balai verscheen in mei dit jaar het boek: ‘Herengracht 502 – slavenhandel, geweld en hebzucht 1672-1927.’ Balai onderzocht de geschiedenis van het pand grondig. De verschijning van zijn boek was aanleiding om de plaquette bij het gebouw op te knappen.
Tekst plaquette over de slavernij
Op de steen die voor de ambtswoning ligt, staat de volgende tekst: ‘Zolang de herinnering leeft, is het leed niet voor niets geleden. In dit huis, in 1672 gebouwd, woonde en werkte tot 1690 Paulus Godin, bewindvoerder van de West-Indische Compagnie (WIC) en directeur van de Sociëteit van Suriname. In deze functies was hij verantwoordelijk voor het opkopen en verkopen van Afrikanen die tot slaven werden gemaakt en vervoerd werden naar het Caribisch gebied, het vroegere West-Indië. Vandaag telt onze stad veel Amsterdammers van wie deze Afrikanen de voorouders zijn.’
De eerste bewoner
Paulus Godin liet het pand bouwen. Godin was een koopman in linnen en wol, bewindhebber van de West-Indische Compagnie en directeur van de Sociëteit van Suriname bij de oprichting in 1683 samen met Philip van Hulten en Gillis Sautijn. Hij was in 1672 de eerste bewoner van Herengracht 502. Hij vergaderde in het West Indisch Huis aan de Haarlemmerstraat 75.
Als koopman, bestuurder en belegger was Godin betrokken bij de slavenhandel. Hij verkocht onder meer mensen als slaven aan plantage-eigenaren in onder meer naar ‘de West’ (Suriname en de Caraïbische eilanden) als ‘de Oost’ (toenmalig Nederlands-Indië). Hij stond hierin niet alleen. Veel bewoners van de stadspaleizen aan de Herengracht uit de 17de eeuw hadden belangen in de slavenhandel.
Hoofdkantoor West-Indische Compagnie (WIC)
In dit pand op de Haarlemmerstraat 75 gaven de bevelhebbers van de WIC in 1625 opdracht tot de bouw van een fort op het eiland Manhattan, de eerste aanzet tot wat de wereldstad New York zou worden. Vanuit dit pand bestuurde Godin de WIC.
Gebouw De Bazel en de ambtswoning
Tegenwoordig zit het Stadsarchief in dit gebouw op Vijzelstraat 32. Volgens Leo Balai in zijn boek Herengracht 502 schonk de ondernemer Van Aalst de Herengracht mogelijk aan de gemeente Amsterdam omdat de machtige Nederlandsche Handelsmaatschappij de regels voor nieuwbouw niet had gehandhaafd.
Het gebouw is 35 meter hoog, en is daarmee te hoog voor de smalle Vijzelstraat. Mogelijk zag de gemeente overschrijdingen van de bouwvergunning door de vingers. De schenking van de Herengracht 502 aan de gemeente zou dan een vorm van een ‘relatiegeschenk’ hebben. Hoe dit precies zit is onduidelijk.
De Vlugt: de eerste burgemeester aan de Herengracht
Burgemeester De Vlugt verhuisde in 1927 naar de Herengracht 502. Hij was de eerste burgemeester die hier woonde. Sindsdien woonden de meeste burgemeesters op dit adres. Op deze foto uit 1935: Burgemeester W. de Vlugt en Mevrouw C. de Vlugt-Flentrop in Ambtswoning.
Dit is het deel voor openbare ontvangsten en bijeenkomsten. Het appartement voor de burgemeester en zijn of haar gezin is boven en uiteraard niet openbaar.
Mislukte bomaanslag op Ed van Thijn
Ed van Thijn was van 1983 tot 1993 burgemeester van Amsterdam. Ook hij woonde in de ambtswoning. Daar ontkwam hij ternauwernood aan een bomaanslag. Krakers hadden explosieven geplaatst in het leegstaande pand naast het huis van de burgemeester. Van Thijn hierover in het blad Ons Amsterdam: “Door mijn benoeming tot burgemeester verhuisde ik in 1983 naar de Herengracht 502. Daar mislukte een aanslag op de ambtswoning. Een brandbom die in het lege buurpand op twintig centimeter van mijn hoofdkussen was geplaatst, ontplofte niet. Bij de installatie van de bom was dat ding gekanteld en daardoor zit ik nog hier.” Ed van Thijn kroop in de ambtswoning door het oog van de naald. Als de bom was afgegaan had de burgemeester het niet overleefd.