AMSTERDAM - De gebeurtenissen van afgelopen week laten geen Amsterdammer onberoerd. Hieronder leest u een reactie van burgemeester Halsema.
Lieve Amsterdammers,
we kijken terug op een heel ingrijpende en verdrietige week. Er zijn angsten en zorgen bij onze Joodse inwoners, bij de Palestijnse gemeenschap en bij Marokkaanse Amsterdammers en moslims. Voor hen, en eigenlijk voor iedereen die van onze stad houdt, doet het op dit moment pijn om Amsterdammer te zijn.
Ooit schreef de verzetsstrijder en journalist Henk van Randwijk over Nederland: ‘mijn natie is geen door bestaansdrift en machtsdrang bijeengedreven horde, maar een in recht en menselijkheid gewortelde gemeenschap’. Voor mij zijn deze woorden al heel erg lang een leidraad.
En zeker nu doen ze ertoe, nu we geconfronteerd zijn met een giftige cocktail van antisemitisme, racisme, hooliganisme en grote woede over de aanhoudende oorlog in Palestina en Israël.
En dat betekent dat wetteloosheid wordt beantwoord met de wet en bestraffing. Dat antisemitisme wordt beantwoord met bescherming en diepe solidariteit. Dat racisme (tegen Joodse-, Marokkaanse- of islamitische Amsterdammers) niet wordt getolereerd, ook niet als het verpakt is als politieke boodschap. Tegenover waanzin plaatsen wij eerlijkheid en redelijkheid en tegenover ophitsen, kalme vastberadenheid.
Misschien leek het anders door de ravage die in onze stad is aangericht.
Maar wij zijn met zoveel meer!
Wij zijn de Amsterdammers die met elkaar willen samenwerken, die nuance willen brengen in het publieke debat en willen helpen om de stad vreedzaam te houden. Wij zijn de Amsterdammers die vanuit hoop handelen, en vanuit het besef dat Amsterdam van ons allemaal is.
Laten wij naar elkaar omkijken, elkaar heel houden en voor elkaar zorgen.