AMSTERDAM - In januari 2025 start de gemeente met een pilot om asielzoekers te ondersteunen bij het vinden van werk. Het college van B en W vindt het belangrijk dat mensen al vanuit de opvang stappen kunnen zetten om zich te ontwikkelen en mee te doen in de samenleving, zoals het leren van de Nederlandse taal en de oriëntatie op de arbeidsmarkt. De evaluatie van de ‘Vroege Start’ voor statushouders en de bijbehorende maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) ondersteunen deze aanpak. Door de belemmeringen bij het vinden van werk weg te nemen en beter samen te werken met betrokken partijen kunnen arbeidstekorten worden aangepakt en kan de mentale gezondheid van asielzoekers worden verbeterd. De gemeente streeft ernaar om in de zomer van 2025 de helft van de in azc Willinklaan verblijvende asielzoekers die mogen werken te koppelen aan werk- of een participatieplek. Voor de eerste fase van de pilot is 750.000 euro beschikbaar.

Bij succes wordt de pilot uitgebreid naar alle opvanglocaties.

Wethouder Rutger Groot Wassink (Sociale Zaken en Opvang): “Het is altijd beter om in mensen te investeren. Nu veroordelen we mensen tot passiviteit en lang wachten, terwijl het beter is dat mensen aan hun toekomst werken. Of die toekomst nu in Nederland is of ergens anders. De pilot ‘Asielzoekers aan het werk’ zorgt voor maatschappelijk én financieel perspectief. De evaluatie van de ‘Vroege Start’ laat zien dat elke euro die de gemeente investeert in de begeleiding van statushouders de maatschappij een besparing van 1,40 euro tot 2,90 euro oplevert op bijvoorbeeld bijstandsuitkeringen en uitvoeringskosten. Ook asielzoekers zonder status mogen volgens de wet een bijdrage aan de maatschappij leveren via betaald werk of vrijwilligerswerk. Dit kan tekorten op de arbeidsmarkt verminderen en het is ook goed voor de mentale gezondheid van asielzoekers.

Belemmeringen bij het vinden van werk

Er zijn veel regels en verplichtingen voor asielzoekers en werkgevers. Asielzoekers mogen werken vanaf het moment dat hun asielaanvraag zes maanden loopt en werkgevers moeten een tewerkstellingsvergunning (TWV) aanvragen (een proces dat ongeveer vijf weken duurt).
Ook is er soms onduidelijkheid rondom de eigen bijdrage die asielzoekers met een inkomen aan het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) moeten betalen. De gemeente Amsterdam helpt sinds deze zomer samen met de gemeente Gilze-Rijen om de landelijke achterstand bij het aanvragen van een burgerservicenummer (BSN) weg te werken.

Samenwerking met betrokken partijen

Om deze belemmeringen weg te nemen en asielzoekers aan het werk te helpen werkt de gemeente nauw samen met het COA en het UWV. Het Werkgeversservicepunt zal werkgevers informeren via meet & greets, jobhunters en jobcoaches. Ook uitzendbureaus worden betrokken en asielzoekers krijgen individuele klantbegeleiders. Ook is er aandacht voor taalvaardigheid op de werkvloer. De pilot ‘Asielzoekers aan het Werk’ verloopt in twee fases. De eerste fase loopt van januari tot juli 2025 op het azc aan de Willinklaan. In de tweede fase, tot eind december 2026, wordt besloten of ook asielzoekers in andere (nood)opvanglocaties in Amsterdam geholpen worden met het vinden van werk.

Resultaten ‘Vroege Start’ statushouders en maatschappelijke baten

In Amsterdam bestaat de ‘Vroege Start’ voor statushouders. De aan gemeenten gekoppelde statushouders wonen in COA-opvanglocaties verspreid over het land. Formeel start de gemeentelijke verantwoordelijkheid vanaf het moment dat de statushouder een eigen woning krijgt. De gemeente Amsterdam doet een stap extra en laat een statushouder al vanuit de opvanglocatie starten met inburgeren en participeren. Uit de maatschappelijke kosten-batenanalyse blijkt dat deze aanpak besparingen en gunstige maatschappelijke effecten oplevert.