AMSTERDAM - Het college van B en W presenteert vandaag haar visie op kunst en cultuur en haar belangrijkste voornemens voor de nieuwe Kunstenplanperiode (2025-2028). Het college zet samen met de sector in op verdere spreiding van kunst en cultuur over de stad, met meer aandacht en kansen voor makers en het talent van morgen. Het doel van het nieuwe Kunstenplan is een sterke, toegankelijke cultuursector waarin een bredere groep Amsterdammers zich herkent. Voor het Kunstenplan 2025-2028 is een jaarlijks bedrag van 152 miljoen euro gereserveerd. De cultuursector is van groot economisch belang; zo’n tien procent van de werkgelegenheid in Amsterdam komt uit de creatieve sector. Maar de cultuursector is kwetsbaar voor de gevolgen van hoge inflatie, de energiecrisis en de krappe arbeidsmarkt en ondervindt nog steeds de gevolgen van de coronacrisis. Het college heeft, bovenop de begroting voor het Kunstenplan, 5,3 miljoen euro gereserveerd om de komende twee jaar de sector te verstevigen met een nieuw steunplan. Het college besloot eerder deze maand de cultuursector een stevige impuls te geven met investeringen in de nieuwe Meervaart in Nieuw-West, het slavernijmuseum en een nieuwe theaterzaal in Zuidoost. Amsterdam wil een toegankelijke en diverse cultuurstad blijven. In 2019 stelde Amsterdam als eerste gemeente in Nederland een actieplan diversiteit en inclusie als eis om in aanmerking te komen voor een subsidie in het Kunstenplan 2021-2024. Dat beleid wordt doorgezet. De gemeente vraagt voor het aankomende Kunstenplan culturele instellingen om concrete doelstellingen te formuleren op het gebied van inclusie en diversiteit, ook wat betreft fysieke toegankelijkheid. Van groot belang: cultuurcoaches, makers en meer ruimte Daarnaast zet het college in op de verdere versteviging van de positie van makers. Het gaat vooral om beginnende maar ook gevestigde kunstenaars, gezelschappen en nieuw talent die de verhalen vertellen die nu nog te weinig ruimte krijgen. Deze makers zijn met name kwetsbaar gebleken tijdens de coronaperiode, terwijl zij wel van groot belang zijn voor de cultuurstad van morgen. Gekeken wordt, onder andere, naar meer budget voor projectsubsidies via het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK). Ook wordt er ingezet op laagdrempelige initiatieven, zoals zakelijke netwerken die makers helpen bij hun professionalisering. Tot slot komt er nog meer aandacht voor betaalbare ruimte voor kunst en cultuur, bijvoorbeeld in broedplaatsen verspreid over de hele stad. Het college zet in op de realisatie van nieuwe plekken voor nachtcultuur. Nachtcultuur is een beleidsdoel binnen het Kunstenplan geworden en nog voor de zomer zal het college een Uitvoeringsagenda Nachtcultuur presenteren. Vervolgstappen |