AMSTERDAM - In 2017 zijn in Amsterdam 257 huurwoningen ontruimd door de woningcorporaties. Dat zijn er historisch weinig en 150 minder dan in 2016. Bij 132 huishoudens was nog sprake van ernstige betalingsachterstand, bij de overige 125 was sprake van woonfraude en/of woonoverlast. De gemeente en corporaties zijn erg blij met deze daling van ontruimingen en zien dit als gevolg van de actieve aanpak van huurschulden. “Wij willen mensen huisvesten en niet ontruimen.”
Het college van B en W maakt dit vandaag bekend aan de Amsterdamse gemeenteraad.
Dé belangrijkste reden van dit succes is volgens wethouder Arjan Vliegenthart (Sociale Zaken) en directeur Egbert de Vries van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties de effectieve, ‘sluitende’ Amsterdamse aanpak van hulpverlening aan huurders met schuldproblemen.
Egbert de Vries: “Centraal in de gezamenlijke aanpak van gemeente, woningcorporaties, energie- en verzekeringsmaatschappijen en instellingen voor maatschappelijke dienstverlening staat, dat we snel handelen. Zodra we signaleren dat er betalingsachterstand is, benaderen we de mensen. Vaak is meer aan de hand dan alleen financiële problemen en hebben mensen ook maatschappelijke hulp nodig. Zo zorgen we dat steeds minder mensen met schulden tussen wal en schip vallen en dat we jaarlijks duizenden mensen tijdig helpen en ze gewoon in hun huis kunnen blijven wonen.
De corporaties hebben ook veel geïnvesteerd in verbetering van incasso-processen. Ze doen er alles aan om persoonlijk contact met de huurder te krijgen zodat een regeling op maat getroffen kan worden. Ook komt het voor dat huurders die een bijstandsuitkering krijgen, toestemming geven dat de huur rechtstreeks aan de corporatie wordt betaald en ingehouden op de uitkering. Pas als een huurder alle hulp weigert, dragen we zijn of haar dossier over aan een deurwaarder.”
Wethouder Vliegenthart: “Soms moet je mensen bij de hand nemen. Door langdurige geldproblemen kunnen mensen zo in de stress raken dat ze het zicht op een oplossing verliezen. Met deze aanpak geven we mensen rust en uitzicht op een schuldenvrij bestaan.”
Dat alle inzet werkt, laten de elk jaar dalende cijfers van woningontruimingen als gevolg van huurachterstand zien. In 2007 werden 838 corporatiewoningen ontruimd, in 2016 ging het om 407 corporatiewoningen en in 2017 waren dat er nog maar 257. Bij ongeveer de helft van deze huishoudens speelden in 2017 zaken als woonfraude en/of ernstige overlast. In deze situaties wordt in de meeste gevallen direct een ontruimingsvonnis aangevraagd bij de rechter en wordt géén regeling aangeboden. Ook de aanpak bij enkel huurschulden is niet vrijblijvend. Na herhaalde weigering van zo’n regeling of bij het niet nakomen van afspraken door de huurder zal een corporatie alsnog een ontruimingsvonnis aanvragen bij de rechter.
De Vries: “Het ontruimingscijfer over 2017 is een historisch ‘dieptepunt’, maar eigenlijk dus een hoogtepunt! Wij vinden ontruimen een uiterste maatregel. De rechter mag de corporaties op basis van een huurschuld van drie maanden al een ontruimingsvonnis geven. Maar wij gaan pas tot die ontruiming over wanneer we er alles aan gedaan hebben om contact met de huurder te zoeken en deze hulp aan te bieden. Een ontruiming uit je huis zorgt immers voor vergroting van de problemen. Huurders hebben dan niet alleen een (grote) schuld, maar ook geen woning meer. Je kunt wel bedenken hoe diep iemand dan in de problemen komt. Zeker als het gaat om een gezin met kinderen, is dat iets wat we echt niet willen en koste wat kost proberen te voorkomen.”