AMSTERDAM - De gemeente Amsterdam, de provincie Noord-Holland en de warmtebedrijven Vattenfall en Eneco hebben van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat een gezamenlijke vergunning gekregen voor het opsporen van aardwarmte in de regio Amsterdam.


Met deze vergunning hebben zij het exclusieve recht gekregen voor onderzoek in het vergunde gebied naar geschiktheid van de ondergrond voor winning van aardwarmte.

Aardwarmte, ook wel geothermie genoemd, is duurzame warmte die zit opgeslagen in de diepe ondergrond (tussen de 500 en 4000 meter). Het warme water kan, bij geschiktheid van de aardlagen, omhoog worden gepompt en worden gebruikt om gebouwen die zijn aangesloten op een warmtenet te verwarmen. Het afgekoelde water gaat daarna terug in de ondergrond en warmt daar van nature weer langzaam op. Aardwarmte kan, naast andere warmtebronnen, een belangrijke bijdrage leveren aan de verduurzaming van de warmtenetten in de regio Amsterdam.

De samenwerkende partijen zijn ervan overtuigd dat aardwarmte als duurzame warmtebron een goede toevoeging is aan de warmtebronnenmix. Daarom doen zij gezamenlijk onderzoek naar aardwarmte. Als warmtebedrijven hebben Vattenfall en Eneco veel ervaring met en kennis over warmtebronnen en het warmtenet. De gemeente Amsterdam en de provincie Noord-Holland zijn verantwoordelijk voor de ruimtelijke ordening. Samen willen de partijen werken aan een energietransitie die het publieke belang dient.

Onderzoek naar geschiktheid ondergrond

De komende 2 à 3 jaar staan in het teken van verder onderzoek om te bepalen wat de potentie van aardwarmte is als warmtebron voor warmtenetten in de regio Amsterdam. Allereerst wordt onderzocht of de onder- en bovengrond geschikt zijn voor het winnen van aardwarmte. Uit een recent regionaal onderzoek blijkt namelijk dat het nu nog onzeker is in hoeverre de ondergrond geschikt is voor het kosteneffectief winnen van aardwarmte. Om een bron rendabel te maken moet de ondergrond voldoende potentie bieden om minstens een paar duizend huishoudens in hun warmte te voorzien. Vanuit het onderzoeksprogramma SCAN, van EBN in samenwerking met TNO, wordt een onderzoeksboring in de regio Amsterdam gedaan om meer inzicht te krijgen in de geschiktheid van de ondergrond.

Onderzoek naar de potentie van de ondergrond en ontwikkeling van een aardwarmtebron kost veel tijd en geld. Wanneer de onderzoeksboring positieve resultaten oplevert, zijn er daarna nog de nodige vervolgstappen nodig om daadwerkelijk aardwarmte te kunnen winnen. De wens is om richting 2030 de eerste aardwarmte in de warmtenetten in en om Amsterdam te gebruiken.