AMSTERDAM - Als je speelt ben je voor even buutvrij. Van angst, en van geweld. Je bent vrij om te zijn wie je wil. Je leert omgaan met anderen. En omgaan met emoties. Toch is het voor heel veel kinderen niet vanzelfsprekend om te spelen. Omdat ze in armoede leven. Omdat ze gevlucht zijn voor oorlog. Omdat ze moeten werken. Of omdat ze zo beschadigd zijn, dat ze niet meer weten hoe. Right To Play geeft de kracht van spelen door. Aan alle kinderen.Overal ter wereld.
Het belang van spelen
Spelenderwijs leren kinderen van alles. Ze leren problemen op te lossen. Door te spelen ontwikkelen ze hun creativiteit.Ook leren zij omgaan met eigen en andermans emoties. Zij ontwikkelen vaardigheden die ze thuis, op school en in de omgeving waarin ze opgroeien hard nodig hebben. En dat is precies het punt. Dat is wat kinderen missen als zij niet kunnen spelen. Omdat ze bijvoorbeeld in armoede of in conflictgebieden opgroeien. Het zijn deze kinderen voor wie Right To Play zich inzet. Om ze te laten ontsnappen aan hun dagelijkse problematiek en te zorgen voor ontwikkeling,perspectief en plezier.
Right To Play: de aanzet
Het was 1993 toen viervoudig Olympisch schaatskampioen Johann Olav Koss een jongetje ontmoette. In het door burgeroorlogen en hongersnood geteisterde Eritrea. Een jongetje dat populair was, omdat hij een longsleeve shirt had.
Dit shirt met lange mouwen rolde hij op tot een voetbal waarmee hij en z’n vriendjes konden spelen. Johann zag met eigen ogen hoe de kinderen opgingen in hun spel. Vrij van zorgen. Dit raakte hem zo, dat hij iets wilde doen. Hij mobiliseerde het Noorse publiek om geld in te zamelen. De opbrengst was ruim 18 miljoen euro. Johann keerde terug meteen vliegtuig vol sport- en speelmaterialen. Waaronder een bal, voor het jongetje en zijn vriendjes.
De media zetten vraagtekens bij de actie van Johann: speelgoed brengen naar een land waar mensen sterven van de honger? Maar de President van Eritrea zag dat anders. Hij ontving Johann met de woorden: “U had geen mooier cadeau kunnen bedenken. Er is meer in het leven dan in leven gehouden worden. Onze kinderen moeten kunnen spelen zoals ieder ander kind”.
En daar, in Eritrea, werd de kracht van spelen zo zichtbaar dat Johann besloot zich er wereldwijd voor in te zetten. Zo begint het verhaal van Right To Play.
Right To Play anno nu
Inmiddels is Right To Play uitgegroeid tot een internationale ontwikkelingsorganisatie die spelen inzet om het leven van kinderen te verbeteren. Met haar unieke speelprogramma’s levert zij een belangrijke bijdrage aan hun welzijn en ontwikkeling. De organisatie is actief in 15 landen in Afrika, Azië en het Midden-Oosten. In deze landen hebben kinderen vaak te maken met geweld, uitbuiting en armoede.
Right To Play heeft een hoofdkantoor in Toronto en 6 nationale, fondsenwervende kantoren in Canada, Noorwegen,Nederland, Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.
Right To Play: de aanpak
Right To Play zet naast sport ook educatief, creatief en vrij spelen in om kinderen te laten leren.
Sport - Verbetert de conditie van kinderen en is goed voor hun zelfvertrouwen. Het leert kinderen winnen, verliezen en spelen in een team.
Educatief spelen - Maakt leren leuk. De lesprogramma’s worden op een creatieve en interactieve manier aangeboden.
Creatief spelen - Maakt zelfexpressie mogelijk door de inzet van dans, drama, kunst en muziek. Het creëert een platform voor dialoog.
Vrij spelen - Geeft kinderen ruimte om zelf te ondernemen en problemen op te lossen in een veilige speelomgeving.
Standaard, bij elke vorm van spelen, is de toepassing van de Reflect-Connect-Apply methode. Aan het eind van elke speelactiviteit volgt een discussie onder leiding van de lokale coach. Kinderen en coaches kijken samen terug op de ervaring van het spel (Reflect), zoeken samen naar herkenning en aanknoping bij het dagelijks leven (Connect) en bekijken samen hoe ze deze inzichten in praktijk kunnen brengen (Apply). Dit levert waardevolle leermomenten op.
Wat kinderen leren als ze spelen
De speelprogramma’s van Right To Play vinden elke week en op een vast tijdstip plaats. Op scholen, in buurthuizen, een veilig veldje in het dorp of in het vluchtelingenkamp. Ons werk draagt bij aan positieve verandering op het gebied van onderwijs, gelijkheid, gezondheid, bescherming en samenleven.
Onderwijs - Spelenderwijs leren we kinderen dat naar school gaan belangrijk en vooral leuk is.
Gelijkheid - Spelenderwijs leren we kinderen over gelijke rechten voor jongens en voor meisjes.
Gezondheid - Spelenderwijs leren we kinderen over serieuze zaken als ziektepreventie.
Bescherming - Spelenderwijs leren we kinderen zich te wapenen tegen geweld, discriminatie en uitbuiting.
Samenleven - Spelenderwijs leren we kinderen over respect voor elkaar en samenwerken.
Right To Play Nederland
De Nederlandse stichting Right To Play, opgericht in 2004, houdt kantoor in Amsterdam. De stichting opereert onafhankelijk, maar werkt nauw samen met het gelijknamige hoofdkantoor in Toronto, Canada. Aan de speelprogramma’s in de diverse geselecteerde landen levert Right To Play Nederland een financiële bijdrage. In eigen land brengt het team het belang van spelen via inspirerende, landelijke campagnes, events, workshops en speelmomenten voor het voetlicht.
Business partnerships in Time To Play
Spelen blijkt ook op de werkvloer, voor volwassenen, een toegevoegde waarde te hebben. Want spelen is de sleutel tot vitaliteit. Mensen die spelen gaan samenwerken. En hun creativiteit gebruiken. Spelen vormt een stimulans om buiten degebaande paden te treden en ontpopt zich telkens opnieuw als een doeltreffend middel om mensen en organisaties inbeweging te brengen.
Als pleitbezorger van de kracht van het spelen zet Right To Play, samen met diverse (sport)ambassadeurs, haar expertisedan ook in voor de zakelijke wereld. Landelijk organiseert zij, onder het motto Time To Play, een veelheid aan HR- ofcorporate social responsibility activiteiten, variërend van workshops, clinics en quizzen tot complete gala’s. Met veelsucces, zoals de enthousiaste reacties bewijzen. De manager van een groot advocatenbureau: “Voor we het wisten was iedereen in beweging en straalde het plezier er vanaf!”.
Time To Play, de samenwerking tussen Right To Play en het bedrijfsleven, dient een tweevoudig doel dat beide partijenvoordeel biedt. Voor bedrijven is Time To Play een leerzaam, leuk en inspirerend middel om zich de kracht van spelen eigen te maken. Voor Right To Play is het een doeltreffende manier om fondsen te werven. Met de opbrengst van haar landelijke spelactiviteiten kan Right To Play Nederland elders in de wereld een bijdrage leveren aan speel programma’s die het leven van kinderen onmiskenbaar verbeteren.
Directeur Right To Play Nederland: Marije Dippel
Directeur van Right To Play Nederland is Marije Dippel. Vijf jaar geleden, in 2013, trad zij in dienst als manager institutionele fondsenwerving. Sinds september 2016 is zij directeur. Voordien werkte zij 16 jaar als director international affairs bij het Nederlandse Olympisch Comité(NOC*NSF). Marije’s drijfveer is haar verlangen om bij tedragen aan een betere wereld; een cliché, wellicht, maar daarom niet minder waar. Zij gelooft heilig in de kracht van spelen en wil de wereld hiervan overtuigen. “Spelen is iets wezenlijks. Het is heel natuurlijk en primair. En daarom een heel efficiënt hulpmiddel voor kinderen die opgroeien in extreme omstandigheden. Je hebt er niet veel voor nodig, en de resultaten zijn enorm”.