AMSTERDAM/ALKMAAR - Afvalverbranders AEB in Amsterdam en HVC in Alkmaar importeren afval om voldoende energie te leveren aan hun klanten. Maar daardoor is er onvoldoende capaciteit om ons eigen afval te verbranden. Dat verdwijnt in toenemende mate naar de vuilstort in Nauerna.
Om het gewone brandbare afval te kunnen storten moet er ontheffing verleend worden. De laatste jaren is de hoeveelheid afval die met ontheffing gestort wordt, gestegen van 45.000 ton in 2014 tot meer dan 63.000 ton in 2016. Cijfers over 2017 zijn nog niet beschikbaar.
Recycling en verbranding
Terwijl we meer inzetten op recycling en verbranding van afval, gaat er juist steeds meer naar de stortplaats. Van de bijna 1.5 miljoen ton afval die er jaarlijks in Amsterdam wordt verbrand, importeert afvalverbrander AEB zo'n 450.000 ton uit Engeland. Ook bij afvalverwerker HVC in Alkmaar speelt dit probleem. Hier wordt 18 procent van het afval geïmporteerd.
Ontheffing
Volgens een woordvoerder van Afvalzorg in Nauerna is er sprake van een tijdelijke situatie. Door de groeiende economie is er meer afval waarvoor in de verbrandingsoven tijdelijk geen plaats is. Met ontheffing kan dit afval alsnog gestort worden. "Wij zijn er niet blij mee maar het is momenteel de enige oplossing", aldus Afvalzorg Nauerna.
Afval importeren
AEB Amsterdam zegt dat het bedrijf niet anders kan. "We hebben te maken met contracten om afval te importeren, en die moeten we respecteren", aldus een woordvoerder. Inmiddels is de import in Amsterdam teruggebracht tot 225.000 ton.
Kamervragen
De kwestie heeft in politiek Den Haag de wenkbrauwen doen fronsen. Kamerleden willen van de Staatssecretaris weten hoe voorkomen kan worden dat afval onnodig naar de stortplaats verdwijnt.