De provincie is blij met deze resultaten en is ook positief over de strengere Europese normen die vanaf 2030 gaan gelden. Deze normen sluiten goed aan op de ambities die de provincie heeft om te zorgen voor schonere lucht. Dit RIVM-rapport laat zien dat investeren in luchtkwaliteit de komende jaren hard nodig blijft.
Schonere lucht ambities Noord-Holland
Via het Schone Lucht Akkoord werkt de provincie al vanaf 2020 samen met andere overheden en organisaties aan het verminderen van luchtvervuiling en een gezondere leefomgeving. Dat doet de provincie bijvoorbeeld door scherp te zijn in het vergunnen van fabrieken. Ook zijn diverse projecten gestart om de luchtkwaliteit te meten en te verbeteren, zoals het project Hollandse Luchten waarin inwoners helpen om luchtkwaliteit te meten en te verbeteren.
Jeroen Olthof, gedeputeerde Gezonde Leefomgeving: “Noord-Holland is op de goede weg met het verbeteren van de luchtkwaliteit. We werken eraan via het Schone Lucht Akkoord en juichen de strengere Europese normen vanaf 2030 toe, zodat we onze inwoners steeds schonere lucht kunnen bieden.”
Stikstof en fijnstof
Het RIVM kijkt in de rapportage naar de stoffen stikstofdioxide en fijnstof (PM10 en PM2,5). Er wordt specifiek naar die stoffen gekeken omdat deze stoffen een risico vormen voor de gezondheid van mensen en het milieu. Voor beide stoffen wordt gekeken naar de bijdrage van wegverkeer. Voor fijnstof kijkt het RIVM ook naar de bijdrage van veehouderijen.
In 2023 voldeed Noord-Holland langs wegen aan de Europese normen voor stikstofdioxide en fijnstof (PM10 en PM2,5). In 2023 voldeed Noord-Holland nabij veehouderijen ook aan de Europese normen voor fijnstof (PM10).
Strengere Europese normen vanaf 2030
Nederland moet in 2030 aan nieuwe grenswaarden voldoen. Zonder aanvullende maatregelen is de verwachting dat de provincie niet overal aan deze nieuwe grenswaarden gaat voldoen. Daarom blijft de provincie ook de komende jaren investeren in het verbeteren van de luchtkwaliteit.
Lees hier de volledige MLK-monitoringsrapportage van het RIVM