AMSTERDAM - Na haar carrière als advocaat en rechter ging Rosemarijn Milo (Amsterdam, 1945) in Frankrijk wonen. Milo is weliswaar geboren in Nederland, maar in haar hart voelt zij zich Française. Zij ging dan ook vol overtuiging in haar gevoelsmatige vaderland wonen. Zij schreef er inmiddels drie boeken: Brieven uit La Dominance (2012), Een vervlogen droom (2019) en Het hoge woord, dat in oktober verscheen.


Het is een eer en een genoegen om met deze veelzijdige vrouw in gesprek te gaan. Wij kiezen daartoe een moment dat zij voor andere verplichtingen in Nederland moet zijn en treffen elkaar bij Café Cocó; een luxueus café op Schiphol, dat bekend staat om haar Franse lekkernijen. Wanneer wij voorzien zijn van koffie en een schaaltje onweerstaanbare meringues en macarons, vraag ik haar hoe het komt dat zij zich, als geboren Nederlandse, een Française voelt.

“Ik heb nog altijd de Nederlandse nationaliteit, maar ik weet nog goed dat ik, toen ik als jong meisje, voor de eerste keer met mijn ouders op vakantie was in Frankrijk, verrukt was van alles wat ik zag, hoorde en at! Sindsdien heb ik een beetje het gevoel gehad in het verkeerde land te zijn geboren. Met mijn definitieve vestiging in Frankrijk is dat dus ‘rechtgezet’.”

Voorouders
Waar ik, samen met veel van haar lezers, benieuwd naar ben is wat Rosemarijn Milo heeft bewogen om over haar voorouders te schrijven. “Van mijn tante (de halfzuster van mijn moeder, geboren uit het tweede huwelijk van mijn grootvader), vernam ik, pas na de dood van mijn ouders, over de werkelijke doodsoorzaak van mijn grootmoeder. Dat bleef mij fascineren. Met het schrijven van het boek ‘Een vervlogen droom’ heb ik geprobeerd haar als het ware een leven en een gezicht te geven. Vrijwel het enige dat ik van haar wist, was dat ze jong dood was gegaan. Ik vond dat ze recht had op meer, zij het postume, aandacht. Een opmerking van een vriend naar aanleiding van het boek over mijn grootmoeder heeft me ertoe gebracht ook mijn grootvader aan het woord te laten. Hij vertelt van zijn kant wat zijn overleden vrouw eerder heeft beleefd en in brieven aan een vriendin heeft beschreven.”

Zij die ‘Een vervlogen droom’ nog niet hebben gelezen, kan ik verzekeren dat Milo in haar missie is geslaagd. ‘Een vervlogen droom’ is een fraai portret van een, voor die tijd, vooruitstrevende en dappere vrouw die zich maar moeilijk kan neerleggen bij haar ‘taak’ in het leven en de bijbehorende verwachtingen.

Indrukwekkende carrière
“Ik had het gevoel dat ik in het verkeerde land was geboren.” Rosemarijn Milo heeft zich, alvorens zich toe te leggen op het schrijven, bewogen in de hoogste kringen van de Rechterlijke macht. Ik vraag haar of ze dat mist. Ik krijg een bescheiden antwoord.

‘De hoogste kringen van de rechterlijk macht’ is teveel gezegd. Ik ben 11 jaar rechter-plaatsvervanger in de Amsterdamse rechtbank geweest, werk dat ik gedaan heb naast mijn advocatenpraktijk in Alkmaar. Voor de duidelijkheid: een rechter-plaatsvervanger is een rechter die het gewone rechterlijke werk doet, en – zoals ik – heel regelmatig aan zittingen deelneemt, maar daarnaast een andere juridische werkkring heeft. Na mijn werk bij de rechtbank van Amsterdam ben ik zes jaar lid geweest van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in Amsterdam, ook een rechterlijke functie. In Frankrijk heb ik nog een kleine tien jaar gewerkt als juridisch vertaalster en ben ik beëdigd tolk-vertaalster bij de rechtbank in Metz geweest. Op die manier kwam ik nog eens in een rechtszaal, wat ik wel leuk vond. Toen ik me helemaal aan het schrijven ben gaan wijden in 2017 (na wel al in 2012 een boekje over mijn ervaringen in Metz te hebben gepubliceerd) heb ik het tolk-vertaalwerk opgegeven. Ik mis noch de rechtszaal noch het vertaalwerk.”

Feminisme
Edoch een indrukwekkende carrière, maar de bescheidenheid siert haar. Rosemarijn Milo noemt haar boek ‘Een vervlogen droom’ zelf een ‘feministisch’ boek. Ik vraag haar waarom.

“Ik denk dat de opstandigheid van mijn grootmoeder tegenover haar op voorhand vastgelegde rol als getrouwde vrouw als feministisch te bestempelen valt. Zij was het totaal niet eens – alles veronderstellenderwijs, want ik heb haar leven verzonnen – met haar ondergeschikte rol, het feit dat de man in het huwelijk alle zeggenschap had en alle beslissingen nam, de handelings-onbekwaamheid van de getrouwde vrouw en het feit dat vrouwen geen stemrecht hadden.”

Ik ga met graagte nog even door op deze dappere, jonge vrouw en vraag Rosemarijn of zij iets van zichzelf herkent in haar grootmoeder, Guusje Maes.

“Zoals gezegd, het karakter van Guusje Maes heb ik zelf bedacht. Ik heb er veel van mezelf ingelegd. Sterker nog, het boek is hier en daar autobiografisch; ik verklap alleen niet waar!”

Nadat ik mij, in de aanloop naar dit interview, heb verdiept in Rosemarijn Milo, haar carrière en haar boeken, kan ik mij daar van alles bij voorstellen. Een geslacht van krachtige, indrukwekkende vrouwen, zo lijkt mij.

Karel Hamer
Milo schreef ook over haar grootvader, Karel Hamer, de echtgenoot van Guusje Maes. De auteur laat hem aan het woord om zijn dramatische levensgeschiedenis zelf te vertellen. De gebeurtenissen in ‘Het hoge woord – Vijf vrouwen en een familiegeheim’, berusten op waarheid, maar de manier waarop Hamer die gebeurtenissen heeft ervaren, is aan de fantasie van de schrijfster ontsproten. De achtergrond van Karel Hamer berust in elk geval op vaststaande feiten. Zijn beide grootvaders hebben gewerkt op de Ommerschans (nu gemeente Balkbrug) waar de een, August Hamer, arts was en de ander, Samuel Viruly, apotheker. De Ommerschans was in de 19e eeuw aanvankelijk een “Ik heb er veel van mezelf ingelegd. Sterker nog, het boek is hier en daar autobiografisch; ik verklap alleen niet waar!” ‘strafkolonie’, later een van de twee ‘Rijks Bedelaarsgestichten’ van de Maatschappij van Weldadigheid. Het verhaal speelt zich voor een klein deel af in Meppel en voor het overige in Nijmegen, waar Karel Hamer de beide wereldoorlogen heeft meegemaakt. Ik vraag haar wat hem tot een boeiend personage maakt.

“Het boeiende van mijn grootvader vind ik dat hem weliswaar weinig ellende bespaard is gebleven, maar hij zich ondanks alles heeft staande gehouden; niet verbitterd was maar een beminnelijk mens is gebleven. Ik vond dat zijn verhaal daarom ook verteld moest worden. Of ikzelf een beminnelijk mens ben, weet ik niet, maar ik zie een aantal parallellen tussen mijn leven, dat bepaald niet over rozen is gegaan, en dat van mijn grootvader. Gelukkig heb ik geen wereldoorlogen meegemaakt…”

Verdriet kan door vererven
Er was veel verdriet en drama in het leven van de voorouders van Rosemarijn Milo. Ik vraag haar of dat effect heeft gehad op de generaties erna. Zoals op haarzelf en haar zoon.

“Ja, dat effect is er zeker. Zo valt er over mijn jeugd weinig vrolijks te melden. Mijn moeder was geen plezierige persoonlijkheid; ze was onaangenaam, ongelukkig en gefrustreerd. Ik heb heel bewust geprobeerd niet te worden zoals mijn moeder. Voor mijzelf én voor mijn zoon. Het enige dat ik wel gemeen heb met mijn moeder is de tegenzin tegen het krijgen van kinderen, een gemoedstoestand die van generatie op generatie overgedragen kan worden. Na de geboorte van mijn zoon, heb ik besloten dat het bij één kind zou blijven. Tegenwoordig bestaat die keuze. Mijn moeder en mijn grootmoeder hadden die keuze niet…”

Overigens heeft Milo zich, naast de zorg voor haar eigen zoon, met hart en ziel ingezet om drie stiefkinderen te helpen grootbrengen.

Een volgend boek…
Ik vraag Rosemarijn Milo of ze al bezig is aan een nieuw manuscript en zo ja, of ze een tipje van de sluier wil oplichten.

Ja, ik ben aan een volgend boek bezig. Ik ben nog in het stadium van het doen van onderzoek en het lezen van de nodige literatuur over het onderwerp. Het enige dat ik al ‘op papier’ heb gezet is de titel, de inleiding en het laatste hoofdstukje. Zo ben ik ook begonnen aan ‘Het hoge woord’. Meer wil ik er nog niet over zeggen.

Natuurlijk maakt dit mij, en met mij waarschijnlijke vele anderen, nieuwsgierig naar dit nieuwe boek. Vooralsnog moeten we het echter doen met de prachtige boeken die er inmiddels zijn verschenen. Ik bedank Rosemarijn Milo heel hartelijk voor haar tijd en haar openhartigheid en we gaan beiden ons weegs.

De twee recente boeken van Rosemarijn Milo:

Een vervlogen droom – Verslag van een tekort leven
Dit boek verhaalt over de grootmoeder van Rosemarijn Milo. De geschiedenis van een feministe die stond voor haar idealen, maar haar dromen niet kon verwezenlijken in de weinige jaren die haar waren gegeven. Ze stierf aan de Spaanse griep. Althans, zo luidde de officiële versie. Guusje leefde van 1891 tot 1918 en was, zonder zich dat werkelijk te beseffen, feministe.

Guusje was getrouwd, maar had zich het huwelijk heel anders voorgesteld. Zij droomde van een ander leven, onafhankelijk en niet ondergeschikt. Een vervlogen droom is een prachtig portret van een vrouw die er overtuigingen op nahield die niet paste in de tijd waarin zij leefde. De auteur hanteert een zeer fraaie, haast melodieuze schrijfstijl.

Het hoge woord – Vijf vrouwen en een familiegeheim
In deze biografische roman staat de grootvader van Rosemarijn Milo, de in Meppel geboren en getogen Karel Hamer (1882 – 1958), centraal. ‘Het Hoge Woord’ staat volledig op zichzelf maar kan ook gelezen worden als tegenhanger van of vervolg op ‘Een vervlogen droom – Verslag van een te kort leven’ waarin Guusje Maes, de op 26-jarige leeftijd overleden grootmoeder van mevrouw Milo centraal staat. De doodsoorzaak van Guusje Maes blijft een decennialang bewaard familiegeheim, waarop Karel Hamer in ‘Het Hoge Woord’ zijn visie geeft.

Wat beide boeken met elkaar gemeen hebben is het hoofdthema: het verlangen naar emancipatie van een gehuwde vrouw in het begin van de 20e eeuw; in het eerste boek bezien door de ogen van Guusje Maes en in het tweede door de ogen van haar man. Dat hier het thema ‘vrouwenemancipatie’ wordt bekeken vanuit het perspectief van een man (in een tijd die meer dan 100 jaar achter ons ligt) kan zeker uniek worden genoemd.

Praktische informatie
De uitgever van beide boeken is: U2pi te ‘s-Gravenhage, info@u2pi.nl en 070 – 3872770. De ISBNummers zijn: 9789087598310 (Een vervlogen droom) en 9789087599461 (Het hoge woord). Van beide boeken zijn ook e-boekversies beschikbaar met ISBN 9789087598853 voor ‘Een vervlogen droom’ en 9789087599706 voor ‘Het hoge woord’.

https://www.uitgeveriju2pi.nl/