AMSTERDAM - In de jaren ’60 van de vorige eeuw werd een splinternieuw Marine Etablissement aan het Oosterdok in Amsterdam gerealiseerd. Het was bestemd als opleidingscentrum en Rijksmarine. De aanleiding van de nieuwbouw was de aanleg van de IJ-tunnel. Het tracé daarvan liep dwars door het gebied dat eeuwenlang had gefungeerd als dok- en scheepsbouwlocatie voor de Admiraliteit en het Rijk.

Jaren ‘60

Dit jaar zal de Koninklijke Marine het terrein verlaten waarna dit gebied voor het eerst als openbaar onderdeel van de stad ontwikkeld zal worden. Monumenten en Archeologie onderzocht in het kader daarvan de cultuurhistorische waarden. Daarvoor moest teruggeblikt worden naar de totstandkoming van het huidige Marine Etablissement, in de jaren ‘60. Het Rotterdamse architecten- en ingenieursbureau van architect ir. Frans de Weger kreeg in 1961 opdracht voor het ontwerp en de uitvoering van de nieuwe terreinopzet, inrichting en gebouwen. Vanwege de strakke tijdsplanning door de aanleg van de IJ-tunnel kreeg de ontwerper toestemming om af te wijken van de normale procedures en mocht hij gebruik maken van de –toen vooruitstrevende- prefab-bouwmethodes en standaardisatie.

Ontwerp op niveau

Nadat ten behoeve van de IJ-tunnelaanleg een groot deel van het Rijksdok was gedempt, de scheepshellingen verdwenen en vrijwel alle bestaande bebouwing gesloopt was, verrees een op maat gesneden complex met moderne gebouwen. Samen met de betrokken Rijksinstanties werd daarbij ingezet op een heldere opzet, vooruitstrevende bouwmethodes, moderne architectuur en een hoogwaardige inrichting en ontwerp van de buitenruimte. Dat de ontwerplat wat hoger lag dan normaal was voor Defensie werd beïnvloed door het feit dat de gemeente een vinger in de pap hield. De uitstraling naar de omgeving werd belangrijk geacht -logisch gezien de supercentrale ligging- en het toenmalig hoofd van de afdeling Stadsontwikkeling Jakoba Mulder (1900-1988) zorgde hoogstpersoonlijk dat hier de nodige aandacht naar uit ging.

Pareltje(s)

Ondanks die centrale ligging weten weinig mensen hoe dit gebied in elkaar steekt. En die huidige opzet is toch best bijzonder, inclusief de op het eerste oog misschien wat saaiere gebouwen. Bijna iedereen kent het historische Scheepvaartmuseum (oorspronkelijk ’s Lands Zeemagazijn van Daniel Stalpaert uit 1655-1656), de 17de- eeuwse Voorwerf/Poortgebouw met de ‘muur’ aan de Kattenburgerstraat, de 19de-eeuwse Scheepstimmerwerkplaat (hier zit nu restaurant de Scheepskameel) en het Depot voor het Scheepvaartmuseum met de opvallende titanium gevelbekleding (Liesbeth van der Pol, 2001). Maar ook de typische jaren ‘60 gebouwen die qua architectuur sterk op elkaar lijken met de gestaalstraalde grindbetontegels en stalen raamkozijnen zijn niet zonder kwaliteit. En dat geldt zeker voor de gebouwen voor de hogere rangen die extra aandacht kregen, zoals de Commandantswoning en het Officiersgebouw (nu Pension Homeland).

Bijzonder totaalplaatje

Het hele terrein is opvallend open en ruimtelijk, met veel groen en een sterke visuele relatie met het water. Het Voorwerfterrein kreeg een fraaie parkachtige aanleg en de commandants- en officiersgebouwen hebben mee-ontworpen tuinen en terrassen. Het gebouw van de Technische Opleiding Koninklijke Marine dat op poten staat, presenteert zich als gezicht naar het Oosterdok. Alles bij elkaar vormt het Marine Etablissement een wonderlijke eigen wereld in het hart van de binnenstad. Het heeft bijzondere karakteristieken die een inspirerend uitgangspunt voor de toekomst kunnen zijn.

Erfgoed van de Week

In de rubriek Erfgoed van de Week staat elke week een bijzondere archeologische vondst, vindplaats, voorwerp, monumentaal gebouw of historische plek in de stad centraal. Via de website amsterdam.nl/erfgoed, twitter @erfgoed020 en facebook @monumentenenarcheologie delen de erfgoedexperts van Monumenten en Archeologie het erfgoed van de stad met Amsterdammers én overige geïnteresseerden.