AMSTERDAM - Ja, Nederland is verslagen ...door een Vlaamse dichter; Moya de Feyter, wie meer wil horen en zien kan dat op zondag 30 mei 2021 om 14.00 uur via onderstaande Livestream doen.
Want er mag slechts een select gezelschap nu bijeenkomen in theater de Meenthe in Steenwijk. De Gemeente Steenwijk stelt de prijs van 2.500 euro ter beschikking. De Stichting hoopt over 2 jaar alle geinteresseerden weer live te zien in Steenwijk. De Winnnaar, een dichter, 28 jaar oud, heeft met haar tweede bundel de prestieuze J.C.Bloem-prijs gewonnen. Dit gaat over ....Mora de Feyter. De prijsuitreiking is hier te volgen zondag.
Het jury-rapport o.l.v. Jury-voorzitter Noraly Beyer: ‘Een gering voorbehoud dat bij deze bundel te maken valt: in een enkele passage is deze poëzie wat ál te hoogdravend en hooggestemd romantisch – ‘het enige wat nog pijnlijker is dan een uit handen gegeven ziel is een uit handen gegeven ziel die niet wordt aanvaard, en dus eenzaam ronddobbert (...) niet bij machte (...) rechtsomkeert te maken naar het al te roekeloze hart van zijn verzender’. Het zij De Feyter vergeven. Niet omdat zij op dit moment, na verschijning van Massastrandingen, pas 28 jaar oud is, maar omdat het een formidabele, gedurfde bundel is...
’ Tekst van de nominatie*.
“Massastrandingen van Moya De Feyter (1993) is een intense bundel, fysiek, lyrisch en episch. Daarbij is Massastrandingen óók nog eens, althans in vele passages, een dramatische tekst, met een dialogische taalsituatie: geregeld vindt er een tweegesprek plaats tussen het lyrisch ik en een ander, mogelijk een alter ego, een innerlijke scepticus of twijfelaar, een criticaster, een stem in het eigen hoofd die de ik tegenspreekt of toespreekt. Gaat het om een dialogue intérieur? Dat is heel goed mogelijk. Bij vlagen gelijkt de ander een sarrende of sparrende gesprekspartner, dan weer sussend, geruststellend, zich ontfermend. Is het de oud-geliefde? Wederhelft? Of deel van het Zelf?
Hoe dit ook zij, de vorm van Massastrandingen is bijzonder, fluïde, dynamisch: met regels afwisselend links en rechts op de pagina, zwarte en grijze en vetgedrukte letters, romein en cursief schrift, een regel die zich uitstrekt over twee aangrenzende pagina’s. In de bundel vinden tal van incantaties, bezwerende rituelen en sprookjesachtige motieven een plek: een ring, het snijden van metaal, walvissen, muggen, dromen, een pop.
De Feyter is stilistisch sterk. Een greep: ‘het is blauwer dan blauw zelf’; ‘het gedicht is sadistisch het wil van ons af’; ‘ik moet mijn lichaam vastbinden / zodat ik niemand kwaad kan doen’; ‘moet ik het overtollig vocht uit hun oogjes zuigen’; ‘jij maakt een kooi voor de kooi’. En dit alles in een bundel waarin lyriek, epiek en dramatiek samenvloeien en dooreen klinken. Deze poëzie stroomt en werkt hallucinerend als de zang van walvissen, dromerig, nu eens de lezer onderdompelend, dan weer meesleurend, bijna tot drenkeling makend.”
*Bron: Stichting J.C. Bloem Poëzieprijs