Richard de Mos is in hoger beroep opnieuw vrijgesproken van omkoping. Het gerechtshof in Den Haag heeft vrijdag besloten dat de politicus niet schuldig is aan corruptie. Wel heeft hij volgens de rechters vertrouwelijke informatie doorgegeven, waarvoor hij een voorwaardelijke boete van 2.000 euro krijgt.
De juridische zaak tegen Richard de Mos begon in 2019 met een politie-inval. De Mos, fractievoorzitter van Hart voor Den Haag, werd beschuldigd van corruptie, omkoping en schending van zijn ambtsgeheim. Vorig jaar april sprak een rechter hem al vrij van deze beschuldigingen, maar het Openbaar Ministerie (OM) ging in hoger beroep omdat het vond dat hij wel schuldig was.
Het OM eiste een voorwaardelijke celstraf van zes maanden, een werkstraf van 240 uur. Ook een boete van 10.000 euro en een verbod van vier jaar om een politiek ambt uit te oefenen. Volgens het OM had De Mos vertrouwelijke informatie doorgespeeld aan bevriende ondernemers, wat strafbaar is.
Vrijspraak voor omkoping, wel schuldig aan schending ambtsgeheim
Het gerechtshof heeft besloten dat Richard de Mos niet schuldig is aan corruptie en omkoping. De rechters hebben echter wel vastgesteld dat hij vertrouwelijke informatie heeft doorgegeven aan derden. Voor deze overtreding heeft De Mos een voorwaardelijke boete van 2.000 euro gekregen.
Het gerechtshof benadrukt dat het essentieel is dat dergelijk gedrag gevolgen heeft, omdat het belangrijk is voor het behoud van integriteit in openbare functies. De Mos zelf heeft altijd volgehouden dat hij onschuldig is en alleen mensen wilde helpen, ongeacht hun financiële situatie. Deze uitspraak markeert een belangrijk moment in de langdurige juridische strijd rond De Mos, maar het is nog mogelijk dat het Openbaar Ministerie of De Mos zelf in cassatie gaat om de zaak verder aan te vechten. Dit betekent dat de juridische strijd mogelijk nog niet voorbij is.
De Mos heeft altijd gezegd dat hij onschuldig is. Hij vindt het onbegrijpelijk dat het OM in hoger beroep ging na zijn eerdere vrijspraak. Zijn advocaten noemden de zaak eerder dit jaar een 'grote puinhoop' en eisten opnieuw vrijspraak. De Mos zegt dat hij iedereen probeert te helpen, ongeacht of ze geld hebben of niet.
Wat gebeurt er nu?
Met deze uitspraak lijkt er een einde te komen aan een vijf jaar durende juridische strijd. Toch is het mogelijk dat het nog niet voorbij is. Zowel Richard de Mos als het Openbaar Ministerie (OM) kunnen namelijk in cassatie gaan. Cassatie is een procedure waarbij wordt beoordeeld of de rechters in hoger beroep de wet goed hebben toegepast, zonder opnieuw naar de feiten van de zaak te kijken.
Dit betekent dat de Hoge Raad, het hoogste rechtsorgaan in Nederland, alleen kijkt of er juridische fouten zijn gemaakt in de eerdere uitspraken. Een cassatieverzoek moet binnen veertien dagen worden ingediend. Als De Mos of het OM besluiten cassatie in te stellen, zal een gespecialiseerde cassatieadvocaat de zaak verder behandelen. Deze advocaat is gespecialiseerd in het analyseren van juridische details en het indienen van cassatieverzoeken bij de Hoge Raad, om zo te proberen de eerdere uitspraak te vernietigen of te bevestigen.
Voor De Mos betekent deze uitspraak dat hij niet schuldig is bevonden aan omkoping en corruptie, maar wel een voorwaardelijke boete heeft gekregen voor het doorspelen van vertrouwelijke informatie. Dit kan gevolgen hebben voor zijn politieke carrière, maar hij mag voorlopig gewoon zijn werk blijven doen. De vraag is nu of het OM of De Mos in cassatie gaat en of de zaak daarmee een vervolg krijgt.
Met deze uitspraak is de juridische strijd nog niet helemaal voorbij, maar voor nu is Richard de Mos grotendeels vrijgesproken van de zwaarste beschuldigingen.