AMSTERDAM - Wethouder Kukenheim (onderwijs) heeft afspraken gemaakt met de Amsterdamse basisschoolbesturen over de vrijwillige ouderbijdrage. Een van die afspraken is dat de ouderbijdrage per kind niet hoger is dan 225 euro per jaar.
De hoogte van de ouderbijdrage verschilt per school. Ook wat scholen ermee doen is verschillend en voor ouders is niet altijd duidelijk waar de school de ouderbijdrage voor gebruikt. De Amsterdamse schoolbesturen hebben naar aanleiding van gesprekken hierover de volgende afspraken gemaakt:
- Op elke Amsterdamse basisschool kunnen alle kinderen, ook als de ouderbijdrage niet (volledig) is betaald, altijd deelnemen aan extra activiteiten.
- Elke school heeft een oplossing voor ouders die de bijdrage niet, niet geheel, of niet in een keer kunnen betalen.
- Elke school vermeldt in de schoolgids de hoogte en opbouw van de ouderbijdrage en licht toe waar deze voor wordt gebruikt.
- Het uitgangspunt is dat de ouderbijdrage alleen gebruikt wordt voor extra zaken en niet voor het verzorgen van het basisonderwijs. Daarmee wordt de toegankelijkheid op scholen voor alle Amsterdamse kinderen gewaarborgd.
- Op elke school is de vrijwillige ouderbijdrage niet hoger dan 225 euro. Er zullen dus ook scholen zijn waar de ouderbijdrage lager is.
De meeste schoolbesturen hebben zich gecommitteerd aan deze afspraken, maar helaas doen niet alle scholen mee. De besturen hebben niet bekend gemaakt welke scholen dat zijn. Het college onderzoekt welke consequenties hieraan kunnen worden verbonden.
Ook op landelijk niveau urgentie
De vrijwillige ouderbijdrage krijgt ook op landelijk niveau urgentie. De tweede kamer heeft vorig jaar een motie aangenomen die de regering verzoekt een limiet te stellen aan de vrijwillige ouderbijdrage. Amsterdam volgt de ontwikkelingen op de voet.