AMSTERDAM - De rechtbank Amsterdam veroordeelt een 36-jarige voormalige modeondernemer tot 18 maanden cel, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, voor ontucht met twee 15-jarige jongens en een aanranding van een 17-jarige jongen. Van zes verkrachtingen en een poging tot verkrachting wordt hij vrijgesproken omdat dwang niet kan worden bewezen. Omdat hij een persoonlijkheidsstoornis heeft die hij ook had toen hij zijn daden pleegde, en gelet op de aard van de bewezen verklaarde feiten, vindt de rechtbank het aannemelijk dat de stoornis heeft doorgewerkt in de feiten zodat deze in (enigszins) verminderde mate aan hem kunnen worden toegerekend.
Oude wetgeving
De rechtbank oordeelt dat op basis van de oude wet bij de ten laste gelegde (pogingen tot) verkrachtingen geen sprake is van dwang door geweld of een andere feitelijkheid. De rechtbank wil hierbij niets afdoen aan de gestelde nare ervaringen die de slachtoffers hebben gehad en de gevolgen die zij daarvan ondervinden. Alleen is de drempel voor het vaststellen van dwang onder de oude wetgeving hoog.
Ontucht met twee minderjarigen
De ontucht met twee minderjarige jongens door seksueel binnendringen acht de rechtbank wel bewezen. De 36-jarige man was destijds in 2011 en 2014 respectievelijk 22 en 26 jaar, terwijl de slachtoffers 15 jaar waren. De rechtbank oordeelt dat de seksuele handelingen tussen hem en de twee slachtoffers in strijd zijn met de sociaal-ethische norm en daarmee als ontucht kunnen worden aangemerkt. Daarbij betrekt de rechtbank onder meer het leeftijdsverschil tussen hem en de slachtoffers, maar ook het verschil in levens- en ontwikkelingsfase. De 36-jarige man woonde toentertijd op zichzelf in Amsterdam en had al veel ervaring op seksueel gebied. De twee 15-jarige slachtoffers woonden nog bij hun ouders en waren op seksueel gebied nog geheel onervaren. De man was zich bij een van de slachtoffers bewust van diens leeftijd, en de rechtbank gaat er op basis van de verklaring van het andere slachtoffer vanuit dat hij ook van hem wist dat hij 15 jaar was. Het gegeven dat hij welbewust met hen afsprak en vervolgens op een ruwe en dominante manier seks met hen had waardoor hij de jongens een nare (eerste) seksuele ervaring gaf, vindt de rechtbank stuitend. Dit wordt hem in het bijzonder kwalijk genomen.
Schuldig aan aanranding
Daarnaast randde de 36-jarige man een 17-jarige jongen aan. Hij ging stelselmatig voorbij aan meerdere verbale en fysieke protesten van het slachtoffer en gebruikte fysiek geweld om het slachtoffer te dwingen seksuele handelingen te ondergaan. Het slachtoffer liep daarbij ook lichamelijk letsel op en ondervindt daar nog dagelijks de nare gevolgen van. De rechtbank neemt het de man kwalijk dat hij geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen. Zijn stelling dat hij gebruik maakte van jongens, maar geen misbruik, is daartoe volstrekt onvoldoende.
Voor de poging zware mishandeling van een slachtoffer in Zweden in april 2015 verklaart de rechtbank het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk aangezien de Zweedse officier van justitie het vooronderzoek seponeerde wegens onvoldoende bewijs.
Straf
Bij de man is de diagnose ‘andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis, in de zin van trekken van een borderline- en narcistische persoonlijkheidsstoornis’ vastgesteld. De rechtbank oordeelt dat de man deze stoornis ook had toen hij de bewezen feiten pleegde en acht hem daarom enigszins verminderd toerekeningsvatbaar. Ook weegt in de straf mee dat de redelijke termijn om de zaak te behandelen met 19 maanden is overschreden en deze zaak veel media-aandacht heeft gekregen en een grote impact op het leven van de man heeft gehad. De rechtbank legt de man een celstraf van achttien maanden op, waarvan 8 maanden voorwaardelijk. Ook moet hij zich ambulant laten behandelen en mag hij geen contact hebben met de slachtoffers.