Afvalcontainer
In de nacht van 26 oktober 2014 hoorde een voorbijganger gehuil uit de container komen en schakelde de hulpdiensten in. Brandweermannen troffen de baby in de container aan, in een dichtgeknoopte plastic tas. Jarenlang slaagde de politie er niet in een verdachte op het spoor te komen. Dat veranderde in februari 2021, toen een vingerafdruk op de plastic tas werd vergeleken met vingerafdrukken in een internationale databank. Dit leverde een match op, die de politie naar de verdachte leidde. Zij werd uiteindelijk in Duitsland aangehouden.
Bekentenis
In een van de politieverhoren heeft de vrouw bekend dat zij de baby in de container had gegooid omdat ze dacht dat het kindje niet meer leefde. Later trok ze deze bekentenis in en verklaarde ze dat ze zwanger was geraakt na een verkrachting en dat zij de baby kort na de bevalling aan twee mannen had meegegeven, waaronder haar vermeende verkrachter. Die zeiden haar later dat het kindje was overleden en begraven. De rechtbank vindt dit niet geloofwaardig. De politie heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar aanleiding van de alternatieve verklaring van de vrouw, maar dit heeft vooral aanwijzingen opgeleverd die erop duiden dat deze verklaring niet klopt.
Tijdens het afleggen van de bekentenis heeft de vrouw bovendien informatie verstrekt die de rechtbank als daderkennis aanmerkt. Zo wist zij dat de afvalcontainer waarin de baby was achtergelaten in de omgeving van station Amsterdam Sloterdijk staat en dat er bij de baby een speentje in de plastic zak was achtergelaten.
Verstandelijke handicap
Het is niet duidelijk geworden waarom de vrouw tot haar daad is gekomen. Door haar verstandelijke handicap is de daad haar in verminderde mate toe te rekenen. Desondanks rekent de rechtbank het de vrouw zeer zwaar aan dat zij haar baby om het leven heeft geprobeerd te brengen. Doordat de plastic tas was dichtgeknoopt had het kind makkelijk kunnen stikken. Ook was de kans groot dat er zware vuilniszakken op de baby zouden vallen en dat het onderkoeld zou raken. Dat de baby het uiteindelijk heeft overleefd is niet aan de vrouw maar aan de voorbijganger te danken. Het kind is na de vondst in een pleeggezin geplaatst en maakt het goed, maar de kans bestaat dat zij ooit te weten komt wat er met haar is gebeurd en wie dat heeft gedaan.
Omdat het hier om een heel ernstig feit gaat, is een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats.
De rechtbank heeft overwogen of de vrouw verplicht opgenomen zou moeten worden in een kliniek om te worden behandeld in verband met haar verstandelijke handicap, maar ziet daar geen aanknopingspunten voor nu het feit zeven jaar geleden is gepleegd en er geen aanwijzingen zijn dat de vrouw sindsdien een gevaar is geweest voor zichzelf of voor een ander.