AMSTERDAM - Een 25-jarige man is in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van 22 jaar voor de moord op de 27-jarige Ayla Mintjes en een poging moord op haar vriend A.B.. Dat heeft het gerechtshof in Amsterdam beslist. Eerder legde de rechtbank hem 20 jaar gevangenisstraf op. Het Openbaar Ministerie eiste in hoger beroep een gevangenisstraf van 28 jaar.

Nietsontziend en afschuwwekkend

Het hof acht bewezen dat de verdachte op 16 mei 2021, samen met twee andere verdachten, in een bestelbusje de slachtoffers urenlang heeft opgewacht. Toen de auto van de slachtoffers de parkeergarage uitreed, zijn de verdachte en een andere verdachte het busje uitgesprongen en hebben zij met automatische vuurwapens direct het vuur geopend. Er is minimaal 36 keer geschoten en de kogelregen strekte zich uit tot een afstand van vele honderden meters. De verdachte heeft verklaard dat A.B. het doelwit was. In hun poging om hem te liquideren hebben de verdachten echter dusdanig, nietsontziend gehandeld, dat Mintjes daarvan het dodelijke slachtoffer is geworden. Volgens het hof mag het een wonder heten dat er niet meer (dodelijke) slachtoffers zijn gevallen.

Na de schietpartij zijn de verdachten in het bestelbusje gevlucht naar een nabijgelegen parkeerplaats, op enkele minuten rijden. Daar is het voertuig, met daarin de automatische vuurwapens, in brand gestoken. De verdachten hebben daarbij brandwonden opgelopen. Verschillende buurtbewoners hebben verklaard over een harde knal of explosie, en rennende en schreeuwende mannen die kennelijk in brand stonden. Ook deze buurtbewoners zijn volgens het hof ongewild getuige geweest van het afschuwwekkende handelen van de verdachten.

22 jaar gevangenisstraf passend

Eerder veroordeelde het hof de twee andere verdachten tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 jaar. Het hof vindt deze straf in dit geval niet passend. Dat geldt ook voor de eis van het Openbaar Ministerie.

Het hof legt in een uitgebreide strafmotivering uit hoe het tot de opgelegde straf is gekomen. Het hof besteedt daarbij aandacht aan de gewijzigde proceshouding van de verdachte. De verdachte heeft namelijk in de fase van het hoger beroep alsnog bekennende verklaringen afgelegd en spijt betuigd. Het hof gaat in zijn arrest in op die spijtbetuiging. Ook besteedt het hof aandacht aan de rapporten die door een psychiater en een psycholoog over de verdachte zijn opgemaakt. Volgens deze deskundigen heeft de verdachte een autismespectrumstoornis en een licht verstandelijke beperking en kunnen de feiten hem niet volledig worden toegerekend. Het hof oordeelt uiteindelijk dat hoewel de feiten die de verdachte heeft gepleegd buitengewoon ernstig zijn en het leed dat hij daarmee heeft veroorzaakt immens groot is, met het opleggen van een gevangenisstraf van 22 jaar voldoende recht wordt gedaan. Ook legt het hof aan de verdachte een gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel (GVM) op, voor na de gevangenisstraf.

De verdediging had verzocht om het jeugdstrafrecht toe te passen. De verdachte was ten tijde van het plegen van de feiten 21 jaar en volgens de verdediging is het nog mogelijk om hem pedagogisch te beïnvloeden. Het hof heeft dit verzoek afgewezen. Gelet op de rapporten van de psychiater en de psycholoog, die op de zitting van het hof als deskundigen zijn gehoord, heeft het hof besloten om het volwassenenstrafrecht toe te passen.

Schadevergoeding

Aan de ouders van Mintjes, die zich als benadeelde partijen in het strafproces hebben gevoegd, zijn door het hof schadevergoedingen toegekend wegens onder meer affectieschade.