AMSTERDAM - De Amsterdamse rechtbank heeft de strafzaak Iraklia, over de dood van Peter R. de Vries uitgesteld tot na de zomer. De rechtbank en de verdediging van de vermeende uitvoerders van de moord op Peter R. de Vries hadden nieuwe stukken van het OM ontvangen. Volgens de rechtbank kunnen die stukken relevant zijn voor het uiteindelijk oordeel.
Als het aan het Openbaar Ministerie (OM) had gelegen, kon de rechtbank op donderdag 14 juli volgens planning uitspraak doen in de stafzaak. De nieuwe stukken werpen volgens het OM geen nieuw licht op de zaken van de vermeende uitvoerders van de moord op Peter R. de Vries tegen wie op 7 juni van dit jaar levenslang is geëist.
Geen wezenlijk verschil
Het OM in Amsterdam ontving die nieuwe stukken zelf op 5 juli 2022 van het parket in Den Haag. Dat kon niet eerder omdat de verklaringen van een nieuwe getuige die onderdeel uitmaken van die verstrekte stukken, de status van kluisverklaringen had. Die konden pas worden vrijgegeven nadat de getuige en het OM in Den Haag een overeenstemming hadden bereikt over getuigenbeschermingsmaatregelen. De hele procedure daaromheen is eind juni 2022 afgerond. Het Amsterdamse OM was niet bij de afspraak betrokken en wist tot 5 juli 2022 niet van de inhoud van de verklaringen af.
Het OM in Amsterdam heeft de stukken verstrekt aan de rechtbank en de verdediging zodat de rechtbank zelf in staat zou zijn er een oordeel over te vormen. En de verdediging er een standpunt over kan innemen. Wat het OM betreft is er geen ander onderzoek nodig, omdat de verklaringen aansluiten op wat naar voren is gekomen uit het dossier. De verklaringen maken volgens het OM geen wezenlijk verschil voor de beoordeling van de zaken tegen de mogelijke uitvoerders.
Na de zomer zal er een regiezitting plaatsvinden waar de verdediging onderzoekswensen kan indienen.