AMSTERDAM/AMSTELVEEN - De rechtbank Noord-Holland heeft in de extra beveiligde zittingszaal op het Justitieel Complex Schiphol uitspraak gedaan in de megastrafzaak Himalaya: een groot liquidatieproces waarin negen verdachten terecht stonden. Een tiende verdachte is in februari 2020, tijdens een detentie in Spanje, overleden.

Kort samengevat, draaide het in deze zaak om de verdenking van het bestaan van een criminele (moord-)organisatie die in de jaren 2013-2016 actief was en die verantwoordelijk zou zijn geweest voor meerdere liquidaties en voorbereidingen van liquidaties. Aanleiding zou een ruzie zijn geweest tussen twee rivaliserende groepen vanwege de onderschepping van een grote partij cocaïne in de haven van Antwerpen in 2012. Het bewijs in deze megastrafzaak bestond voor een groot gedeelte uit PGP (“Pretty Good Privacy”) berichten, versleutelde berichten, waartoe justitie uiteindelijk toegang heeft weten te verkrijgen. De rechtbank besteedt in de vonnissen aandacht aan deze verkrijging.

Hieronder volgt eerst een overzicht van het oordeel van de rechtbank over de strafbare feiten in de verschillende onderzoeken, en aan welke verdachte(n) deze feiten kunnen worden toegerekend. Daarna zal worden vermeld wat de rechtbank in de individuele zaken tegen de verdachten heeft beslist.

Onderzoek Himalaya

Op 20 februari 2014, iets voor half acht in de ochtend, is Alexander G. (30 jaar) op straat in Zaandam doodgeschoten. Hij was net zijn auto ingestapt, toen de schutter op hem af kwam en, voorzien van twee automatische vuurwapens, meerdere kogels op hem afvuurde. Daarna is de schutter in een gestolen vluchtauto gestapt, die korte tijd later in Amsterdam in brand is gestoken.
Massod A.H. (zelf geliquideerd op 3 september 2014, zie onderzoek Theezeef) was de schutter bij deze liquidatie. De rechtbank acht verder bewezen dat de verdachten Iliass K. en Gökhan C. medeplegers waren van deze liquidatie. C. was onder andere de bestuurder van de vluchtauto. K. had een belangrijke rol in de voorbereiding en de afhandeling. Alexander G. is gedood, omdat men vermoedde dat hij te maken had met een of meer aanslagen op het leven van Gwenette Martha, een belangrijk lid van de criminele organisatie.

Onderzoek Dollar

Op 13 juli 2014, omstreeks 01.40 uur, is het 30-jarige slachtoffer R.E. in Amsterdam doodgeschoten. Hij was net terug van een avondje voetbal kijken met onder andere zijn broer, toen hij, nog zittend in zijn auto, met een pistoolmitrailleur met meerdere kogels is doorzeefd. De schutter ging ervandoor in een gestolen vluchtauto die door een ander werd bestuurd en die iets verderop in Amsterdam in brand is gestoken. Het slachtoffer had niets met criminaliteit te maken en al snel bleek dat sprake was een zogenoemde vergismoord. Het beoogde doelwit was Omar L., de jongere broer van de in de Staatsliedenbuurt geliquideerde Youssef L.
Massod A.H. was ook bij deze liquidatie de schutter. De rechtbank acht verder bewezen dat de verdachte Iliass K. een medepleger was van deze liquidatie. Dat sprake was van een vergissing door de schutter, maakt dit naar het oordeel van de rechtbank niet anders. K. had een belangrijke rol in de voorbereiding en de afhandeling. Uit de PGP-berichten volgt dat er geen afstand wordt genomen van de dood van de onschuldige R.E. en dat het per ongeluk liquideren van de verkeerde persoon door de organisatie voor lief werd genomen. Omar L. was een doelwit, omdat hij tot de rivaliserende groep behoorde.

Onderzoek Tienshan

In de periode juli-augustus 2014 is de liquidatie van Wensley G. voorbereid. Hij is de neef van de geliquideerde Alexander G. (zie onderzoek Himalaya) en het vermoeden bestond dat hij wraak wilde nemen en dat hij te maken had met de liquidatie van Martha op 22 mei 2014 in Amstelveen.
De rechtbank acht bewezen dat de verdachten Iliass K. en Hamza El H. zich schuldig hebben gemaakt aan deze voorbereiding, en dat de verdachte Gökhan C. daaraan medeplichtig is geweest.

Onderzoek Theezeef

Op 3 september 2014, in de nacht, is Massod A.H. (26 jaar) doodgeschoten in zijn auto in Amsterdam. Zoals vermeld, was hij de schutter bij de liquidaties in de onderzoeken Himalaya en Dollar.
Tot op heden is niet bekend door wie Massod A.H. is doodgeschoten. De rechtbank acht evenwel bewezen dat de verdachte Iliass K. een medepleger was van deze liquidatie. Hij heeft niet alleen de aanzet tot deze liquidatie gegeven – door tegen een mededader te zeggen dat Massod A.H. per direct ‘geveegd’ moest worden – maar ook was hij betrokken bij het maken van een concreet plan van uitvoering; Massod A.H. zou gelokt worden naar een afspraak waar hij zou worden doodgeschoten.
Massod A.H. is gedood, omdat hij voor de organisatie een (groot) probleem was geworden en het vermoeden bestond dat hij naar de rivaliserende groep was overgelopen.

Onderzoek Reek

Op 3 oktober 2015 is de liquidatie van El A. voorbereid, die zich ’s avonds in de Sporthallen Zuid in Amsterdam bevond. Er stond een schutter op een nabijgelegen brug klaar om als El A. naar buiten zou komen, hem op straat dood te schieten. De rechtbank acht bewezen dat de verdachte Roderick P. een medepleger was van deze voorbereiding. Hij had onder andere de schutter geregeld. Daarnaast hadden de verdachten Iliass K. en Surailie I. ook een belangrijk aandeel in dit feit.

Criminele organisatie

De rechtbank acht bewezen dat sprake was van een criminele organisatie, die zich bezighield met het plegen en voorbereiden van liquidaties en het bezit van vuurwapens en munitie. Er werd een zogenoemde dodenlijst gehanteerd, waarop ook nog andere personen als doelwit stonden. De leden van de organisatie maakten gebruik van PGP toestellen om heimelijk met elkaar te kunnen communiceren. Zij waanden zich onbespied. De later ontsleutelde berichten geven een ontluisterende inkijk in de organisatie. Hiernaast werd er gebruik gemaakt van vuurwapens, (gestolen) voertuigen en bakens (Track and Trace-systemen) om beoogde doelwitten te observeren (‘spotten’). De leden werden voor hun werkzaamheden door de organisatie betaald. Een groot deel kreeg een maandelijks inkomen, dat volgens de rechtbank niet anders kan worden gezien als een vast salaris voor een crimineel dienstverband.

De individuele zaken

Iliass K.:


De rechtbank heeft hem – wegens drie liquidaties, de voorbereiding van een vierde liquidatie en het gedurende bijna 2,5 jaar lid zijn van de criminele organisatie – veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Dit was ook geëist door het Openbaar Ministerie (OM). Alleen deze straf doet naar het oordeel van de rechtbank recht aan de aard en de ernst van de feiten en het leed dat hij de nabestaanden en de slachtoffers heeft aangedaan. Hij vervulde een spilfunctie in de organisatie.

Gökhan C.:


De rechtbank heeft hem – wegens de liquidatie van Alexander G. (onderzoek Himalaya), de medeplichtigheid aan de voorbereiding van de liquidatie van Wensley G. (onderzoek Tienshan) en het gedurende bijna 1,5 jaar lid zijn van de criminele organisatie – veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 jaren en 8 maanden. Met het OM acht de rechtbank de in zijn geval maximale tijdelijke gevangenisstraf van 25 jaren passend. Vanwege een overschrijding van de redelijke termijn heeft de rechtbank 4 maanden minder gevangenisstraf opgelegd dan geëist. De verdachte moest langer dan 3 jaar wachten op zijn einduitspraak.

Hamza El H.:


De rechtbank heeft hem – wegens met name de voorbereiding van de liquidatie van Wensley G. (onderzoek Tienshan), naast het lidmaatschap van de criminele organisatie gedurende 4 weken – veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 jaren. Dat is een jaar minder dan tegen hem was geëist.

Roderick P.:


De rechtbank heeft hem – wegens de voorbereiding van de liquidatie van El A. (onderzoek Reek) en zijn belangrijke rol daarin (het regelen van de schutter) – veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren, conform de eis van het OM De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het deelnemen aan de criminele organisatie, nu daarvoor onvoldoende bewijs bestaat. De rechtbank beslist dat hij direct na de uitspraak in voorarrest moet worden genomen en een eventueel hoger beroep niet in vrijheid mag afwachten. Dit vanwege de geschokte rechtsorde en het vluchtgevaar.

Khalid J.:


De rechtbank acht bewezen dat hij gedurende een periode van bijna 2 jaar leider was van de criminele organisatie. Gelet op die rol en gezien de aard van de organisatie, is de rechtbank van oordeel dat de in 2014-2015 geldende maximale gevangenisstraf moet worden opgelegd: 8 jaren. Dit is 7 maanden meer dan door het OM geëist, omdat volgens de rechtbank het OM de maximale straf onjuist heeft berekend.
De verdachte is, overeenkomstig de eis, vrijgesproken van betrokkenheid in het onderzoek Theezeef.
De rechtbank heeft in het vonnis overwegingen gewijd aan de overdracht van de verdachte door de autoriteiten van de Verenigde Arabische Emiraten aan Nederland en of dat als een uitlevering moet worden gezien waarop het specialiteitsbeginsel van toepassing is. De rechtbank oordeelt van niet. Dat betekent dat het OM na de overdracht van verdachte aan Nederland de verdenking tegen hem mocht uitbreiden en hem ook mocht vervolgen voor het leiderschap van de criminele organisatie.
Verzoeken tot nader onderzoek, onder andere in verband met de observatie van de raadsman van de verdachte, mr. Van Kleef, en zijn voormalig kantoorgenoot mr. Meijering in Dubai in juni 2019, zijn door de rechtbank gemotiveerd afgewezen. Dat had de rechtbank ook al eerder gedaan.

Surailie I.:


De rechtbank acht bewezen dat hij gedurende een periode van 2 jaar lid was van de criminele organisatie. Gelet op zijn grote rol daarin, acht de rechtbank de door het OM geëiste gevangenisstraf van 5 jaren passend. Dit is de maximale gevangenisstraf die de rechtbank kan opleggen omdat de verdachte eerder wegens de doodslag in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam al is veroordeeld tot 15 jaren. In het vonnis gaat de rechtbank in op het verweer van de raadsman dat gezien deze eerdere veroordeling, de vervolging van de verdachte in de megazaak Himalaya niet terecht is en dat de verdachte niet meer straf verdient. De rechtbank verwerpt dat verweer.

Haizem M.:


De rechtbank acht – in tegenstelling tot het OM en de verdediging – bewezen dat hij lid is geweest van de criminele organisatie en dat hij in met name juli 2014 ook een belangrijk aandeel hierin had, door het bij de liquidatie van R.E. gebruikte vuurwapen naar een ander lid van de criminele organisatie te brengen, waar het later door de politie is gevonden. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden.

Younes A.:


De rechtbank heeft hem vrijgesproken. Naar het oordeel van de rechtbank bestaat onvoldoende bewijs dat hij heeft deelgenomen aan de criminele organisatie waar het in de megazaak Himalaya om gaat.
De rechtbank legt dit in het vonnis uitgebreid uit.

Anouar G.:


De rechtbank acht bewezen dat hij gedurende een periode van bijna twee weken, in september 2014, heeft deelgenomen aan de criminele organisatie. De rechtbank heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk. Dit is aanzienlijk lager dan de 4 jaren gevangenisstraf die het OM had geëist. Dit komt omdat de rechtbank een groot deel van de beschuldigingen (vergelijkbaar met Younes A.) niet bewezen acht.

Benadeelde partijen

De rechtbank heeft in de vonnissen tegen Iliass K., Gökhan C. en Hamza El H. tevens beslist op gevraagde schadevergoedingen door Wensley G. en de nabestaanden van Alexander G. en R.E . Zowel aan de nabestaanden van Alexander G. als die van R.E. moet in totaal een schadevergoeding van bijna 92.000 euro betaald worden.

De rechtbank heeft niet alle gevraagde schadevergoedingen toegewezen. De rechtbank legt in de vonnissen uit waarom. Daarbij wijst de rechtbank er op dat het in 2014 nog niet mogelijk was om vergoeding van affectieschade te vragen: schade vanwege het gemis van een dierbare. Dat kan alleen voor feiten die na 1 januari 2019 zijn gepleegd. De rechtbank heeft de levenspartners niet ontvankelijk verklaard in de gevraagde vergoeding voor gederfde inkomsten vanwege een onevenredige belasting van het strafproces.