AMSTERDAM - De 20-jarige Jawed S. is veroordeeld tot ruim 26 jaar cel voor het neersteken van twee Amerikaanse toeristen vorig jaar zomer op het station Amsterdam Centraal.
Het Openbaar Ministerie (OM) eiste begin vorige maand 25 jaar cel voor tweevoudige poging tot moord met een terroristisch oogmerk. "Heel soms zijn er strafzaken die groter zijn dan de verdachte zelf. Iedereen had hier slachtoffer kunnen worden", benadrukte de officier van justitie in haar betoog.
Terreuraanslag
De in Afghanistan geboren Jawed S. kwam op 31 augustus 2018 met de internationale trein uit Duitsland naar Amsterdam. Hij was boos over het feit dat PVV-leider Geert Wilders een cartoonwedstrijd had uitgeschreven rondom de profeet Mohamed. Volgens justitie kwam de man naar Nederland om willekeurige slachtoffers te maken en had hij de overtuiging de aanval niet te overleven.
Het OM is ervan overtuigd dat er sprake is van een terreuraanslag, omdat S. de Nederlandse bevolking ernstige vrees heeft aangejaagd. Daarnaast wilde hij met zijn daad de Nederlandse overheid dwingen op te treden tegen Geert Wilders.
Amerikaanse slachtoffers
S. liep die bewuste vrijdagmiddag zo'n drie kwartier doelloos rond op station Amsterdam Centraal. Hij sloeg uiteindelijk toe bij de informatiebalie van de NS in de westtunnel, tussen de Starbucks en de Hema. Op camerabeelden, die justitie tijdens de inhoudelijke behandeling toonde, was te zien dat S. een tijdje rondom het informatieloket hing, plotseling een groot mes uit zijn rugtas haaldeen met kracht één van de slachtoffers in zijn rug stak.
Daarna haalde hij uit naar een tweede man, die werd geraakt in zijn buik en arm. De man die in zijn rug werd gestoken, liep een dwarslaesie op en zit nog altijd in een rolstoel.
Jawed S. was al in het vizier
S. werd negen seconden later neergeschoten door een politieagent, die hem op dat moment al in de gaten hield. Deze agent, die getraind is in het herkennen van verdachte personen, had kort daarvoor al om versterking gevraagd, omdat hij vond dat S. zich verdacht gedroeg.
Nog voor zijn collega's de kans hadden hem om een identiteitsbewijs te vragen, begon S. om zich heen te steken. Het was volgens justitie aan het optreden van de agenten te danken dat er die dag niet meer slachtoffers zijn gevallen.